Meerdere opties voor 50 procent fijnstofreductie pluimvee

In een eerste onderzoek zijn vier technieken voor de reductie van fijnstof onderzocht. Maar omdat metingen op een locatie niet voldoende zekerheid bieden, zijn de technieken nu nogmaals getest. De resultaten van dit tweede onderzoek hebben op zich laten wachten vanwege de uitbraken van vogelgriep, maar zijn nu in drie gevallen afgerond.

Twee van de onderzochte technieken komen op of boven een reductie van 50 procent uit. De techniek van Serutech Agri DUSTion is toepasbaar bij vleeskuikens en zowel bij conceptkuikens als reguliere kuikens gemeten. Op basis van beide metingen is het advies om voor dit systeem een fijnstofreductie van 60 procent te hanteren.

Hoog ventilatiedebiet

De Smits Agro Aspra Agro is in het eerste onderzoek getest in een Kipster-stal bij lage ventilatiehoeveelheden. In het tweede onderzoek is dit systeem bij vleeskuikenouderdieren onderzocht, met een hoog ventilatiedebiet. In het tweede geval valt de stofreductie gemiddeld hoger uit. Advies is om voor dit systeem een fijnstofreductie van 50 procent te gebruiken.

De Static Air PMX is twee keer getest bij conceptkuikens. De stofreductie komt in beide metingen uit op vergelijkbare resultaten en krijgt een advies mee van 22 tot 29 procent reductie.

Het tweede onderzoek met de FreshLight HD-ionisatie verloopt niet naar wens door ziekte bij het koppel biologische hennen. Dat onderzoek levert hierdoor nog geen bruikbare resultaten op. De voorlopige stofreductie blijft zodoende voorlopig op 31 procent staan.

Micro-organismen

Als laatste is onderzocht of het vernevelen van micro-organismen van Animal Life Plus de hoeveelheid fijnstof kan reduceren. 'Voor het oog lijkt dit goed te werken', stelt Ellen. 'Alleen is dat niet te zien aan de gemeten reducties. Die variëren van minus 2 (wat meer stof) tot een reductie van 37 procent. Gemiddeld komt het resultaat uit op 19 procent.'

Een fijnstofreductie van 50 procent is een eis in concentratiegebieden voor pluimvee. Daarbuiten is een reductie van 30 procent nodig. Het onderzoek toont aan dat die percentages haalbaar zijn met het toepassen van een losstaande techniek of een combinatie van technieken.

Voor de verschillende categorieën pluimvee zijn rekenmodellen beschikbaar om de effecten door te rekenen. Voor de aanvraag van een vergunning is het gebruik van deze rekenmodellen verplicht.