Verdund sleepvoeten om vaak te grazen

In tegenstelling tot het eveneens Ierse Redrock wordt de tank niet aangepast naar de Nederlandse wensen, maar kiest Van Laar Techniek juist om de tank op hoofdlijnen gelijk te houden. De tank, die te krijgen is van 7 tot 28 kuub, wordt namelijk alleen gebouwd met vacuümpomp en sleepvoetbemester. Deze is aan de tank vast geschroefd. Er is dus geen drie- of vierpuntshef om ook een bouwlandbemester, sleufkouter of injecteur te koppelen.

Van Laar ziet dit niet als een nadeel, omdat de tank op deze wijze juist past in het concept van zomerstalvoedering. Dat betekent elke drie weken lichte en kleine snedes maaien om groeitrappen te creëren. Het gevolg is dat steeds kleine oppervlakten een lage en verdunde mestgift vragen om geen mestresten op te rapen bij de volgende maaironde.

Vaak kleinere porties uitrijden, ziet Van Laar echt als een boerenklus. Dat legitimeert dus ook een investering van 60.000 euro voor een 12 kuubs tank met een sleepvoetbemester van 7,5 meter.

Daarbij vragen de droge zomers en het derogatieverlies om kleinere mestgiften. Dat past bij de wetgeving, want een sleepvoet is alleen toegestaan bij verdund uitrijden met een derde deel water op klei- en veengrond. Op zand- en leemgrond is sleepvoeten, en daarmee deze tank, verboden.

De breedteverdeling van de 7,5 meter brede bemester is toevertrouwd aan een liggende verdeler met 36 uitlopen van het merk Bomech/Alrena. De bemester weegt in totaal slechts 500 kilo.

Zuigarm met docking station

Van Laar richt zich op de enkelassers van 7 tot 12 kuub. Deze zijn vrij laag van bouw door hun portaalas. Tandemassers zijn ook te krijgen, met gedwongen besturing en banden met maat 750/60 R30.5. Standaard is er een 8-duims zuigarm die zich vult via een docking station op de put. Deze is in de fronthef of gedragen aan de tank mee te nemen.

Een turbovuller ontbreekt, net zoals een verdringer of een wormpomp. Er is een vacuümpomp Battioni met een capaciteit van 10.500 of 13.500 liter per minuut. Met twee 6-duims slangen naast elkaar is de tank ook vlot vol te zuigen. De dissel met onderaanspanning is geveerd op twee spiraalveren en een elektrische bediening ontbreekt.

Er zijn drie DW-ventielen op de trekker nodig voor de zuigarm, het opklappen en heffen van de bemester en de steunpoot. De verdeler en de afsluitklep werken via een volgorde-ventiel op de hefcilinder van de bemester. Deze cilinder draait de bemester omhoog bij het wenden op de kopakker, zodat de uitlopen iets omhoog staan en niet nalekken.

De voetjes aan verenstalen strippen van de bemester hangen vrij laag boven het maaiveld. Opletten dus met achteruit steken op ongelijke grond. In de wielkasten en onder de stalen spatborden passen BKT-banden met maat 900/60R32. De kort aangespannen bemester met ver naar achter liggende as heeft genoeg oplegdruk op de trekker.