Groenvoederdrogerijen eerder dicht, doek valt voor Opeinde

'Er staat genoeg gras, maar het kan niet van het land. Dit najaar was wel extreem nat. En iedere dag kwam er regen bij', vertelt Eiko Jan Duursema. Hij is voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Groenvoederdrogerijen (VNG) en directeur van de drogerij van Oldambt in het Groningse Oostwold.

Hoewel de officiële productiecijfers nog niet bekend zijn, verwacht Duursema dat 2023 ook geen topjaar wordt. 'Vorig jaar werd ongeveer 75.000 ton gedroogd, dit jaar zal het er wellicht iets onder liggen. We hadden een vrij kort seizoen met in mei en juni extreem droog weer. Dan groeit er ook geen gras, dus het aanbod is wat minder.'

Daarbij komt ook dat het grasdrogen duurder is geworden, erkent Duursema. 'Het kost energie en arbeid, dat zijn factoren die niet in kosten zijn gedaald.'

Meer luzerne

Positief punt is dat er meer luzerne wordt geproduceerd door het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). 'De groenvoederdrogerijen draaien voor 70 tot 75 procent op luzerne. Dat areaal is door het GLB gestegen van 7.000 naar 11.000 hectare', vertelt de directeur van Oldambt.

Door het mindere aanbod heeft Oldambt, onderdeel van Agrifirm, besloten de drogerij in Opeinde te sluiten. 'De productie liep er de laatste jaren terug, de bezettingsgraad is te laag. In Oldambt hebben we nog wat ruimte over om de productie van Opeinde over te nemen', aldus Duursema.

De Oldambt-directeur vervolgt: 'Daarbij komt dat de drogerij in Opeinde stookt op steenkool. Veel drogerijen gebruiken fossiele brandstoffen en moeten nu de transitie maken naar duurzame energie. Voor de drogerij in Opeinde is de omschakeling, mede door de beperkte capaciteit, niet rendabel.' Uit voorlopige cijfers tot en met juli blijkt dat er 2.455 ton gedroogd gras is geproduceerd.