Adema: pootgoedteelt heeft geen extra ondersteuning nodig

NEPG suggereerde eind maart dat strengere regelgeving voor gewasbeschermingsmiddelen een reden is voor akkerbouwers om te besluiten minder pootgoed te gaan telen. Adema stelt in een brief aan de Tweede Kamer dat een onderbouwing hiervan ontbreekt. Hij zou ook niet weten op welk punt de Europese regelgeving dermate strenger is voor pootgoed dan voor frites- en zetmeelaardappelen dat akkerbouwers andere contracten af zouden willen sluiten.

Volgens Adema is er dan ook geen reden om de pootgoedteelt in Nederland extra te stimuleren. 'Het areaal pootgoed daalt slechts licht ten opzichte van vorig jaar. Fluctuaties in vraag en aanbod zullen altijd gevolgen hebben op de prijs van aardappelen en daarmee op het teeltplan van telers', schrijft de minister in de Kamerbrief. 'De internationale positie van de Nederlandse pootgoedsector is niet afhankelijk van één oogstjaar.'

Hogere contractprijzen

Keuringsdienst NAK schat dat het pootgoedareaal in Nederland met 3 tot 5 procent daalt tegenover vorig jaar. Voorzitter Peter Berghuis van de LTO-werkgroep Pootaardappelen denkt dat de daling dichter bij 5 procent ligt dan bij 3 procent. 'Dat is niet zozeer het gevolg van beleid, zoals het NEPG stelt. Het heeft vooral te maken met de opgeschroefde contractprijzen voor de fritesindustrie. Daardoor kiezen akkerbouwers mogelijk eerder voor fritesaardappelen.'

Verder sluit de LTO-werkgroepvoorzitter zich aan bij de woorden van Adema. 'Er is inderdaad geen reden om de pootgoedteelt in Nederland te stimuleren. Het areaal fluctueert ieder jaar.' Pootgoedtelers moeten uiterlijk 30 mei aangifte doen bij NAK. Daarna publiceert de keuringsdienst op de website hoeveel hectare per ras en klasse is aangegeven en wordt duidelijk wat het Nederlandse pootgoedareaal in 2023 is.

Zorgen over de voorziene areaaldaling heeft Berghuis dus niet, maar wel over het krimpende aanbod van gewasbeschermingsmiddelen. Het gaat volgens de LTO-bestuurder met name om het steeds beperktere aanbod van goede phytophthora- en luizenwerende middelen. 'Kunnen we in de toekomst nog wel hoogwaardig pootgoed telen? Vooral afnemers van exportrassen vragen om een hoge kwaliteit.'