Traditioneel Engels graanbedrijf wijzigt strategie
De Britse akkerbouwer James Forrest verdubbelde in tien jaar het aantal gewassen op zijn bedrijf. Dat zorgt voor een hoger rendement, verdeelt arbeidspieken, helpt bij bestrijding van onkruiden en resulteert in betere bodemcondities.
De hoofdlocatie van landbouwbedrijf R.H Forrest & Co bevindt zich in het gehucht Stonham Aspal, in het graafschap Suffolk, Oost-Engeland. Tot en met 2010 groeide het bedrijf tot een omvang van zo'n 1.000 hectare met daarop een traditioneel bouwplan bestaande uit tarwe, gerst, koolzaad en suikerbieten.
Vanaf eind jaren negentig exploiteert eigenaar James Forrest steeds meer grond voor derden, het zogenoemde 'contract farming'. Dat zijn gestopte akkerbouwers of investeerders die hun geld in landbouwgrond hebben gestopt.
Vleesvee
In het afgelopen decennium heeft het bedrijf een grote verandering ondergaan. Niet alleen nam het areaal met 600 hectare toe, ook het aantal gewassen in de rotatie is meer dan verdubbeld. Dat heeft deels te maken met de in 2014 opgestarte vleesveetak. Die bestaat nu uit 180 dieren van het inheemse runderras Red Poll.
Verdere groei van het bedrijf zit waarschijnlijk eerder in de veehouderijtak
Een 'regeneratieve boer' wil Forrest zichzelf niet noemen. Ook is hij geen fan van oppervlakkige grondbewerking ofwel 'scratch tillage' zoals hij het zelf noemt. 'Van oudsher waren de bedrijven in Oost-Engeland bijna allemaal gemengd. De koeien zijn als hobby gekomen, maar nu een serieuze bedrijfstak. Het is veel efficiënter om kleine percelen met gras in te zaaien en daar dieren op te laten grazen.'
Elf verschillende teelten
Naast permanent grasland worden kortdurend grasland en luzerne ingezaaid voor de ruwvoerwinning en is snijmais aan de rotatie toegevoegd. Het bouwplan bestaat verder uit wintertarwe en winter- en zomergerst, suikerbieten, graszaad, peterselie, zomerveldbonen en koolzaad. Dat zijn elf verschillende teelten, ten opzichte van vier of vijf een decennia geleden.
'Op ons eigen bedrijf zijn we altijd strikt geweest in de bestrijding van duist', verklaart Forrest. 'De boerderijen die we later zijn gaan beheren, hebben soms problemen met resistente duist. Een bouwplan met veel voorjaarsgezaaide gewassen is dan noodzakelijk. Het helpt om de arbeidspiek in het najaar te verlagen en meer afwisseling is beter voor de bodemvruchtbaarheid', merkt hij.
Bewerken in voorjaar
'In het verleden waren we erop gebrand om na de bietenoogst tarwe te zaaien, zelfs onder slechte omstandigheden', zegt de ondernemer. 'Met meer voorjaarsgewassen in de rotatie is die druk er niet meer. We laten het land liever liggen en bewerken het pas in het voorjaar. Ook een diepere bewerking met de Väderstad Topdown gaat in het voorjaar prima, is onze ervaring.'
Wanneer de omstandigheden het toelaten, laat Forrest na de bietenoogst het liefst wel een bewerking uitvoeren om wateroverlast te voorkomen. De onlangs aangeschafte Grange Machinery-diepwoeler verstoort de grond minimaal, maar maakt deze wel los, zegt hij. 'Daar zijn we tevreden mee. De ploeg komt steeds minder uit de schuur. Dit jaar misschien zelfs helemaal niet vanwege aanhoudende droogte.'
Minder grondbewerking
Begin jaren negentig werd het volledige areaal op het bedrijf nog geploegd. Enkele jaren later is begonnen met het uitvoeren van een niet-kerende grondbewerking.
'De Topdown-cultivator is nu vaak onze hoofdgrondbewerking op de zware kleigrond. Omdat het deze zomer extreem droog was, hebben we voor het eerst koolzaad direct in de gerststoppel gezaaid begin september, met toevoeging van vloeibare kunstmest. Dat heeft goed uitgepakt. Omdat de stoppel onberoerd blijft, is de overlast van duiven minder, is het idee.'
Organische meststoffen
Op ieder perceel worden jaarlijks organische meststoffen toegepast. 'We maken gebruiken veel gft-compost', zegt Forrest. 'Daarnaast veel stalmest, onder andere van onze koeien, dunne gier, vaste 'mest' afkomstig van de rioolzuivering en Limex.' Dat laatste is een fosfaatmeststof vergelijkbaar met Betacal.
'De bodem is ons fundament. Daarom deels de reden om koeien op het bedrijf te introduceren om over voldoende stromest te beschikken', legt de ondernemer uit.
Zeven vaste medewerkers
'Een bijkomend voordeel is dat de zeven vaste medewerkers buiten het seizoen bezig blijven met het vervoer van de organische mest, die we zelf opslaan. Daarvoor is de laatste jaren infrastructuur aangelegd. Sappen uit de mest worden verplicht opgevangen, apart opgeslagen in een bassin en in het voorjaar uitgereden over de wintergranen.'
Ziet Forrest zijn bedrijf de volgende tien jaar opnieuw zo sterk groeien? Hij twijfelt: 'We don't chase acres', lacht hij. 'Alle contractovereenkomsten zijn ontstaan omdat de grondeigenaar ons bezig zag en daar vertrouwen in kreeg', zegt hij.
Investeren in infrastructuur
'Steeds vaker zie je dat land wordt aangeboden via een tender, wat de prijzen opstuwt. Daar doen wij niet aan mee. De focus ligt veel meer op het verbeteren van de infrastructuur. Zeker met het oog op de toekomst, omdat mijn zoon ook interesse in het bedrijf heeft', licht de ondernemer toe.
Onlangs is er een nieuwe graan- en machineopslag gebouwd op de hoofdlocatie, maar ook een weegbrug, opslag voor gewasbeschermingsmiddelen en werkplaats. Een geheel nieuwe droogfaciliteit voor granen zit in de planning, maar de alsmaar stijgende kosten maken de ondernemer afwachtend.
'Na de brexit en nu de oorlog in Oekraïne zijn het onzekere tijden. Tegelijk merken we dat de beschikbaarheid van gewasbeschermingsmiddelen afneemt. Ook dat is een uitdaging. Verdere groei van het bedrijf zit waarschijnlijk eerder in de veehouderijtak.'
Vermogensbehoefte van trekkers neemt af
Tien jaar geleden werden de grondbewerking en zaaiwerkzaamheden bij James Forrest door drie rupstrekkers uitgevoerd, met drie kleinere wieltrekkers voor transportwerk en lichte werkzaamheden. Nu is een 450 pk Claas-halfrups de grootste trekker, naast een 340 pk Fendt-rupstrekker en 300 pk wieltrekker. Voor het transport zijn er vier snelle Fendt- en 240 pk JCB-wieltrekkers. De 600 pk Case IH-kniktrekker op rupsen is ingeruild voor een tweede Claas-halfrups. 'De bandentechnologie is de laatste jaren sterk verbeterd waardoor we minder rupstrekkers gebruiken', verklaart Forrest. 'Ook neemt de vermogensbehoefte af. We willen geen onetrickpony meer, maar een veelzijdige trekker die jaarrond inzetbaar is. Een gevolg is wel dat we de werkbreedte mogelijk moeten verkleinen. Al dertig jaar werken we met één maaidorser die we regelmatig vervangen. Dat lukt dankzij een steeds toenemende capaciteit.'Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
Fendt 309 CA
1998, P.O.A.
-
Valtra N 175 direct met RKT- GPS
Gebruikt, P.O.A.
-
AS Motor Zitmaaier / tuintrekker Sherpa (LH) #25121
Gebruikt, P.O.A.
-
Massey Ferguson Tractor 6718S Dyna-VT trekker (ZND) #31538
Gebruikt, P.O.A.
Vacatures
Projectmedewerker BoerenNetwerk - Zet je in voor natuurinclusieve landbouw!
Wij.land - Abcoude (De Ronde Venen)
Onderzoeksassistent maisteelt
Wageningen University & Research - Lelystad
Docent veehouderij
Landstede MBO - Raalte
Meewerkend bedrijfsleider (m/v) op een modern en ondernemend melkschapenbedrijf
ATT Agro - Den Burg, Texel
Bestuurslid met voorzitterskwaliteiten
Coöperatie Natuurrijk Limburg - NL
Weer
-
Zondag15° / 6°20 %
-
Maandag13° / 9°90 %
-
Dinsdag10° / 7°65 %