Individueel herkennen van kuikens helpt fokkerij

Vleeskuikens zitten in grote groepen waardoor ze niet zomaar individueel zijn te monitoren. Maar die gegevens kunnen belangrijk zijn voor het bepalen van het welzijn van vleeskuikens en worden gebruikt in fokprogramma's.

In haar promotieonderzoek heeft Van der Sluis gewerkt met mini-RFID-tags. Dit zijn dunne staafjes van ongeveer 15 bij 4 millimeter en wegen minder dan 1 gram. Ze kunnen ook bij eendagskuikens gemakkelijk aan de pootjes worden bevestigd. Van der Sluis: 'Wel moet het bandje waarmee de tag aan het pootje is bevestigd geregeld worden vervangen om de groei bij te kunnen houden. Daar moet nog een praktische oplossing voor komen.'

De kuikens blijken met de RFID-tag en antennes onder de vloer prima te kunnen worden gevolgd. Van der Sluis heeft dat onderzocht in groepen van maximaal tachtig kuikens. Een aantal dieren werd met kleuren gemerkt en die visuele waarneming werd vergeleken met de plaats van de kuikens volgens de RFID-tag. Dit kwam goed overeen.

Vervolgens heeft Van der Sluis gekeken of er een verband is tussen de activiteit van de kuikens en het lichaamsgewicht en de pootgezondheid. Daaruit bleek duidelijk dat kuikens van eenzelfde leeftijd met een lager lichaamsgewicht actiever zijn dan kuikens die op dat moment zwaarder zijn.

Ook de pootgezondheid heeft invloed op de activiteit. Bij de kuikens werd hiertoe de loopscore genoteerd. De kuikens met een slechtere loopscore waren gemiddeld gezien minder actief. Al bleek het toch lastig om alleen op basis van activiteit te voorspellen wat de loopscore was.

'Het onderzoek laat zien dat je individuele kuikens heel goed kunt volgen met een RFID-tag', zegt Van der Sluis. 'Dat zal niet toepasbaar zijn op een vleeskuikenbedrijf, maar het is wel bruikbaar voor de fokkerij als je activiteit goed kunt koppelen aan de pootgezondheid en groei van de kuikens.'

Verschil in groeisnelheid

Volgens de onderzoeker kunnen in de nabije toekomst het gewicht en groeiverloop van de kuikens automatisch worden vastgelegd met een weegschaal en de RFID-tags. 'Dan kunnen we hopelijk zien of het ene kuiken in het begin misschien sneller groeit en het andere dat aan het einde weer inhaalt. Mogelijk is dat gekoppeld aan de pootgezondheid en kun je daarop selecteren.'

Het is wel belangrijk om te kijken of selecteren op activiteit geen negatieve bijeffecten heeft. Van der Sluis: 'Het is van leghennen bekend dat actieve kuikens ook angstige kuikens kunnen zijn. Daar wil je uiteraard niet op selecteren.'

Omdat het individueel volgen van de dieren alleen op relatief kleine schaal kan, denkt Van der Sluis dat de individuele monitoring moet worden gekoppeld aan gegevens van camera's die grotere groepen kunnen volgen. 'We zijn daar nu binnen Wageningen University & Research al mee bezig. Hoe volg je grotere groepen kuikens individueel en kun je meer details vastleggen over gewicht en pootgezondheid?'