CR+ rassen: hoge opbrengst en sterk tegen cercospora

KWS introduceert in 2022 in Nederland twee nieuwe rassen met een hoge tolerantie tegen cercospora. Deze zogeheten CR+ hybriden combineren een nieuw niveau van bescherming tegen cercospora met een mooie financiële opbrengst. Bij standaardrassen zijn meer bespuitingen nodig of er is opbrengstderving door de schimmelziekte.

CR%2B+rassen%3A+hoge+opbrengst+en+sterk+tegen+cercospora
KWS
© KWS

Cercospora is een groeiend probleem voor de bietenteelt, constateert Rob Klunder van de Agro Service van KWS. 'We zien de laatste jaren de problemen toenemen', vertelt hij. Het aantal bespuitingen tegen de schimmelziekte neemt toe. Vooral telers op zandgronden in het oosten van het land en in de Veenkoloniën kampen met de schadelijke cercospora. Maar ook in de rest van Nederland slaat de ziekte regelmatig toe, ook steeds meer op kleigronden, constateert Klunder.

Vooral in de afgelopen droge en warme jaren veroorzaakte de schimmel veel schade. 'We denken dat droogte een rol speelt', zegt Klunder.

'Als het blad slap op de grond hangt of net erboven, dan is er kans op besmetting uit de grond. Zo'n besmetting wordt vooral veroorzaakt door opspattend water bij het beregenen, of bij een regenbui. Als het blad rechtop blijft staan, is het risico kleiner op het optreden van cercospora.'

Resistenties worden belangrijker. De ziektedruk neemt toe, de fungiciden af.

Rob Klunder, Agro Service KWS

Dit jaar was het teeltseizoen vochtig en relatief koel. Daardoor was de aantasting minder ernstig dan in de afgelopen jaren. Toch kwam het ook dit jaar voor dat de BAS-app van Cosun rood kleurde voor cercospora. Dat was een waarschuwing voor telers dat de omstandigheden gunstig zijn voor de ontwikkeling van de schimmelziekte.

'Dat zegt nog weinig over de mate waarin de ziekte dan daadwerkelijk optreedt', legt Klunder uit. 'Daarom moet je als teler altijd blijven kijken in het gewas, niet vanaf de spuit, maar vanaf de fiets. Dan kun je de vlekjes beter zien.'

Hoog cijfer bladgezondheid

Telers deden dat dit jaar heel nauwgezet, constateert Klunder. 'Ze zaten er bovenop, mede omdat het vorig jaar in een aantal gebieden uit de hand is gelopen.'

Ook uit de rassenkeuze blijkt dat telers de laatste jaren meer aandacht geven cercospora. Ze zaaien steeds meer rassen met een hoge mate van bladgezondheid tegen cercospora, met cijfers van 7 tot 8,5 op de Aanbevelende Rassenlijst. Die rassen zijn sterker tegen cercospora, maar er is nog wel hetzelfde aantal bespuitingen nodig, zegt Klunder.

De twee nieuwe CR+ rassen van KWS hebben het cijfer 9 voor bladgezondheid. Klunder: 'Het verschil tussen een 8,5 en een 9 is het aantal bespuitingen. Bij een 8,5 moet je standaard hetzelfde aantal keren fungiciden spuiten als bij rassen met lagere cijfers voor bladgezondheid. Bij rassen met het cijfer 9 zijn minder bespuitingen nodig.'

De voordelen van minder bespuitingen zijn minder kosten, minder aandacht en minder tijd.

Het is nog niet zover dat bij CR+ rassen de spuit helemaal in de schuur kan blijven, waarschuwt de adviseur. 'Je moet als teler wel in het gewas blijven kijken en spuiten als dat nodig is. Het kan nog niet zonder schimmelbestrijding met breedwerkende fungiciden', zegt hij met nadruk.

Bovendien blijft het ook bij minder bespuitingen belangrijk om af te wisselen met fungiciden, om de kans op resistentie te verkleinen, geeft Klunder aan. Ook al wordt dat steeds lastiger omdat er steeds minder middelen beschikbaar zijn.

De adviseur van KWS voegt daaraan toe dat hij bespuitingen bedoelt met breedwerkende fungiciden, tegen de vijf schimmelziekten die de meeste schade veroorzaken. Naast cercospora zijn dat roest, ramularia, meeldauw en stemphylium. Bij het aantal fungicidebespuitingen rekent hij geen bespuitingen met andere middelen, zoals meststoffen of plantversterkers.

Aantasting later en minder

Als er in de nieuwe CR+-rassen toch een aantasting met cercospora plaatsvindt, komen de vlekjes wat later op het blad dan bij de klassieke rassen. Bovendien groeien ze langzamer. Het eerste spuitmoment is dus later.

Klunder adviseert telers om altijd goed te letten op verschijnselen van alle schimmelziekten. De mate van aantasting door één van de andere schimmelziekten kan van invloed zijn op het tweede spuitmoment. In alle gevallen is het raadzaam om met breed werkend fungiciden te spuiten, stelt hij.
KWS verwacht niet alleen dat er minder bespuitingen met fungiciden nodig zijn, maar ook dat er na de teelt minder schimmels op plantenresten in de bodem achterblijven. Een nieuwe teelt start dan in een gezondere bodem.

Introductie in Nederland

De CR+ rassen waren in 2021 al in vijf landen beschikbaar. Telers in die landen spoten een aantal keren minder vaak met fungiciden dan in de andere rassen. In landen met een zware besmetting spoten ze drie tot vier keer minder vaak.

Klunder verwacht dat Nederlandse telers die een CR+ ras zaaien, gemiddeld twee bespuitingen met fungiciden kunnen uitsparen op percelen met een hoge cercosporadruk.

In 2022 introduceert KWS de CR+ rassen in tien landen, waaronder Nederland. De Nederlandse introductie is eerst nog voor een beperkt aantal telers. Voor twee van zulke kandidaat-rassen is zaad beschikbaar voor maximaal duizend hectare per ras. Het gaat om 9K918 (Inspirea KWS), resistent tegen rhizomanie, en 0K037 (Reforma KWS) dat resistent is tegen rhizoctonia.

Deze rassen zijn nu voor het tweede jaar in onderzoek in Nederland. Na twee jaar praktijkonderzoek kan een ras onder nummer op beperkte schaal worden verkocht.

Uit de proeven blijkt dat de financiële opbrengst van de twee nieuwkomers onder Nederlandse omstandigheden vrijwel gelijkwaardig is aan traditionele rassen. Uit praktijkproeven komen de hoogtolerante rassen uit op een financiële opbrengst rond de 100. Dat is bijzonder omdat rassen met andere toleranties de eerste jaren soms tot 10 procent lager scoren qua financiële opbrengst. Zulke nieuwe rassen moeten meestal de eerste jaren nog een inhaalslag maken.

De financiële opbrengst is dus nog wel een fractie lager, maar bij klassieke rassen zijn meer bespuitingen nodig of er is opbrengstderving door de schimmelziekte. Het zaad van de hoogtolerante rassen is wel duurder dan dat van de traditionele rassen.

Veel animo

Klunder voorspelt dat resistenties steeds belangrijker worden in de bietenteelt. 'Er is geen andere weg, we zien de ziektedruk toenemen terwijl het aantal fungiciden dat we mogen spuiten afneemt.'

KWS denkt dat eerst vooral bietentelers in de oostelijke helft van Nederland voor de hoogtolerante rassen zullen kiezen, omdat daar de druk van cercospora het hoogst is. Klunder verwacht bij Nederlandse bietentelers veel animo voor de CR+ rassen, net als in andere landen waar dit jaar al zaad beschikbaar was: 'Als je het zelf gezien hebt, ben je gelijk overtuigd.'


• Kijk voor meer informatie op kws.com/nl

Dit artikel is gecreëerd door onze kennispartner KWS

KWS

Kwaliteit en innovatie vormen al meer dan 150 jaar de drijfveren voor het succes van KWS SAAT AG (het moederbedrijf van KWS Benelux BV). Onze belangrijkste...

Lees verder »

Meer van KWS

Lees ook

Meer artikelen van KWS »

Artikelen over KWS