EU exporteert meer, maar handel met Britten daalt

De uitvoer van agrifoodproducten uit de 27 lidstaten naar landen buiten de Europese Unie (EU) was in de periode januari-juni goed voor 95,3 miljard euro. Dat is bijna 6 procent meer dan in de eerste helft van 2020, terwijl de invoer met 1 procent daalde tot 61,8 miljard euro.

De export naar de Verenigde Staten vormde in de eerste helft van het jaar de sterkste stijger ten opzichte van 2020. Het ging om een groei van 1,657 miljoen euro of 16 procent. Dit kwam vooral door een toename van wijn, sterke drank en bereide groenten. China was de tweede grote stijger (36 procent). Dit kwam onder meer door de export van varkensvlees, grove granen en wijn.

Verder nam de export toe naar Zwitserland (414 miljoen euro, +9 procent), Noorwegen (383 miljoen euro, +16 procent), Israël (204 miljoen, +19 procent) en Canada (200 miljoen, +12 procent).

Lagere export naar Britten

Europa deed minder zaken met was voor het Verenigd Koninkrijk. De exportwaarde daalde met 446 miljoen euro, oftewel een krimp van 2 procent. Rookwaren en varkensvlees werden het hardst getroffen. Daarbij moet worden aangetekend dat de export naar de Britten gaandeweg het eerste half jaar wel weer opkrabbelde na een matige start.

Andere landen die minder Europese producten kochten waren Saoedi-Arabië (341 miljoen euro minder, -16 procent), voornamelijk gedreven door een krimpende afname van tarwe en kindervoeding, Algerije (107 miljoen, -7 procent) door een lagere afname van melk en room, Zuid-Afrika (-98 miljoen euro, -12 procent) en Koeweit (-89 miljoen euro, -23 procent).

Minder import in EU-lidstaten

De import van agrifoodproducten uit de derde landen is gedaald. Dit had vooral te maken met de krimpende import uit het Verenigd Koninkrijk. De afname van 2,141 miljoen, ofwel 30 procent, werd vooral veroorzaakt doordat de Britten minder tropisch fruit, noten, wijn, vermout, cider en azijn, groenten diervoeding en rundvlees naar Europa brachten.

Ook de import uit de Verenigde Staten daalde (-522 miljoen euro, -10 procent). Dit werd voornamelijk veroorzaakt door lagere verzendingen van tropisch fruit en noten en specerijen. De Europese invoer van Amerikaanse sojabonen steeg juist wel sterk (+ 293 miljoen euro, +43 procent). Europa importeerde verder minder producten uit Oekraïne (-285 miljoen euro, -9 procent, mais, koolzaad) en Vietnam (-165 miljoen euro, -14 procent, koffie).

De belangrijkste bronnen voor de invoer van agrovoedingsproducten uit de EU waren Brazilië, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Oekraïne en China. Zij zijn goed voor 34 procent van de importwaarde van het totaal over zes maanden. De grootste stijgingen in importwaarden voor het eerste semester zijn Brazilië (+614 miljoen euro, +11 procent) door sojabonen en sojaoliecakes, India (+324 miljoen euro, +26 procent), ook gedreven door sojaoliecake en Australië (+320 miljoen euro, +40 procent) vanwege koolzaad.