Bimi komt nu ook van Nederlandse bodem

Bimi is een relatief nieuwe groente die zaadveredelaar Sakata Seeds in 2006 op de markt heeft gebracht. De merklicentie voor Europa is in 2016 ondergebracht bij het Britse Coregeo.

Marketingmanager Theresa Richards vertelt dat bimi met zijn milde smaak, frisse groene kleur en slanke, eetbare steel een van de weinige groentes is die als merk op de markt is. 'Dat maakt het mogelijk om door merkbekendheid de vraag te laten groeien.'

Tot nu toe kwam de bimi in Nederland vooral uit Spanje. Om aan te kunnen sluiten bij de vraag van de consument naar duurzamer en lokaal geproduceerd voedsel is het bedrijf Bruinsma Bio uit Sexbierum in 2020 begonnen met het telen van biologische bimi in Nederland voor Udea, leverancier van biologische producten en eigenaar van biologische winkelketen Ekoplaza.

'We zijn vorig jaar begonnen met een paar duizend plantjes', zegt mede-eigenaar Jan Bruinsma van het 80 hectare metende bedrijf. Dit jaar hebben we een kleine hectare aangeplant en mogelijk willen we nog verder uitbreiden.'

In 2021 is ook het gangbare akkerbouwbedrijf Dutch Valley Vegetables van Nico en Wendy Hoogendoorn uit Slootdorp begonnen met de teelt van bimi. Zij zijn daarvoor benaderd door groenten en fruit-importeur Nature's Pride, die al sinds 2013 buitenlandse bimi leverde aan retail, groothandel en exporteurs in Europa.

Groeiende verkoop

Inkoper Laura van Marrewijk vertelt dat de verkoop groeit. Dit komt met name doordat bimi populair is in maaltijdboxen en onder 'foodies' die via sociale media het eten van lokaal geproduceerd en gezond voedsel stimuleren. 'Met een professionele aanpak wilden we flinke stappen zetten in de productie van Nederlandse bimi.'

Nico Hoogendoorn had zes jaar geleden al eens geëxperimenteerd met bimi, maar de tijd was er toen niet rijp voor. Nu kreeg hij de mogelijkheid een grootschaliger proef te doen, omdat het bimiteam van Coregeo en Nature's Pride actief op zoek was naar lokale telers. Richards: 'Als dat mogelijk is, willen we consumenten een lokaal geteeld product bieden.'

Hoogendoorn: 'Dat bood mij een kans de teelt op wat grotere schaal te proberen. Voor onszelf hebben we een traject van drie jaar afgesproken om het tot een succes te maken. Mijn eerste indruk is licht positief en naar alle waarschijnlijkheid gaan we de teelt voor Nature's Pride wel voortzetten.' Op zijn 340 hectare grote bedrijf verbouwt hij nu 10 hectare bimi. Het teeltseizoen loopt van eind mei tot half november.

Arbeidsintensief gewas

Net als Bruinsma heeft Hoogendoorn gemerkt dat bimi een arbeidsintensief gewas is, met name tijdens de oogst. 'Een stronk broccoli weegt 400 tot 500 gram, terwijl een bimi maar 20 tot 100 gram weegt. En in de zomer is het lastig om te zorgen dat het gewas niet in bloei schiet.'

De biologische teler heeft het tot nu toe gered doordat zijn vrouw en kinderen konden bijspringen en hij in de zomervakantie schooljeugd kon inschakelen. 'Het was mijn doel om tot een vlakke arbeidsfilm te komen door de bimiteelt te combineren met die van 15 hectare broccoli, maar dat is tot nu toe niet gelukt.' Ook voor Hoogendoorn is de schaarste aan arbeidskrachten een punt van zorg.

Leren in de praktijk

Sakata Seeds ondersteunt beide akkerbouwers bij het optimaliseren van de teelt. 'We hebben uitleg gekregen over de voorwaarden waaraan de teelt moet voldoen en hoe je bimi moet plukken', zegt Bruinsma. 'Maar het is vooral een kwestie van leren in de praktijk.'

Foodchainmanager Hans Renia van Sakata Seeds legt uit dat het bij bimi om een merkproduct gaat dat aan strenge kwaliteitscriteria moet voldoen. 'Onze agronoom kent de fijne kneepjes van de teelt, waardoor je op alle aspecten een paar procent hoger komt te zitten. Dat is voor iedereen fijn.'

Fijne smaak

Ook Renia ziet een stijgende vraag naar bimi, die hij toeschrijft aan de groei van het aantal een- en tweepersoonshuishoudens in Nederland. 'Een hele broccoli is voor hen vaak te groot en bovendien heeft bimi een fijne smaak.'

Hoogendoorn schat in dat hij dit jaar quitte zal draaien. 'Dit jaar was bedoeld om ons de teelt eigen te maken. Als de markt het toelaat, willen we een verdere uitbreiding.'