Nuttig werkbezoek LNV bij pluimveehouders

De delegatie van het ministerie bestond uit vier personen, onder wie Hugo van Kasteel, directeur Dierlijke Agroketens en Dierenwelzijn. Vanuit de pluimveesector waren onder anderen Kees de Jong, Ernest Bokkers en Jacco Wisserhof van de vakgroep Pluimveehouderij LTO/NOP erbij betrokken.

Het bezoek begon bij Pieter Bouw die in het Gelderse Voorthuizen een bedrijf heeft met koloniehuisvesting met drie leeftijden en eigen opfok. Daarnaast heeft hij vleesvarkens en 30 hectare akkerbouw. Hij levert salmonella- en antibioticavrije eieren aan diverse vaste klanten grotendeels in Nederland.

Zoeken andere locatie probleem

Heimo van Deuveren heeft in het Gelderse Putten een bedrijf met vleeskuikens en vleeskalveren. De geschiedenis van dit bedrijf gaat terug tot het jaar 1325 en staat de laatste jaren flink onder druk. Plannen voor uitbreidingen van het bedrijf dateren al van 2012, maar die kunnen door de voortdurende wijzigingen in de regelgeving de prullenbak in. Gemeente Putten heeft de stallen van het bedrijf al van de kaart waar een nieuwe woonwijk moet komen verwijderd. Van Deuveren wil wel graag verder, maar het vinden van een andere locatie een groot probleem.

In het Flevolandse Zeewolde runnen Mark en Daniëla Roos-Lambregtse een bedrijf met 120.000 leghennen volgens één ster van het Ster Beter Leven-keurmerk. Daartoe moesten ze 23.000 van hun oorspronkelijke aantal scharrelhennen inleveren, terwijl de financiering wel op dat hogere aantal was gebaseerd. Met de Beter Leven-hennen verwachten de pluimveehouders toch een beter verdienmodel te hebben.

De mest wordt op het bedrijf ingedroogd waarbij 55 procent van het fijnstof wordt opgevangen. De mest gaat naar energiecentrale BMC Moerdijk. Daarnaast leveren de ondernemers energie via zonnepanelen. De twee windmolens die ze hadden gaan weg maar in plaats daarvan participeren ze in het grootste windpark op land dat samen met collega-boeren maar liefst 320 megawatt per jaar gaat leveren.

Geen antibiotica

Eendenhouder Pieter Drost uit Zeewolde liet de LNV-delegatie zien hoe zijn gesloten bedrijf draait. Via een speciale opfokstal komen de eenden na 2,5 week in een van de twee grotere stallen waar ze verder groeien. De eendenhouder is secuur op de gezondheid van zijn dieren en gebruikt daardoor vrijwel nooit medicijnen of antibiotica.

Drost vreest voor een verplichting tot open water. De ervaring hiermee in Engeland laat zien dat dit tot grote gezondheids- en welzijnsproblemen leidt. Met dagelijks schoon stro in de stal kunnen de loopeenden volgens de ondernemer ook hun gedrag goed uitoefenen en blijven ze gezond.

Volgens De Jong was het een nuttig en goed bezoek en toonde de delegatie van LNV zich betrokken bij de problematiek waar de diverse pluimveehouders in de praktijk mee te maken hebben. 'Een beeld krijgen in de praktijk van problematiek helpt om werkbare regels te krijgen. Inzet van de delegatie is dan ook deze kennis waar het kan mee te nemen en er waar mogelijk rekening mee te houden in de wet- en regelgeving.'