Deense varkensproductie blijft stijgen

De Deense varkensstapel groeide de afgelopen tien jaar. Alleen in 2019 zat er even een dip in de totale varkensproductie. Die daalde toen met 800.000 dieren. De productie was in 2020 weer op het niveau van 2018 en bedraagt nu jaarlijks ruim 32 miljoen geëxporteerde en geslachte varkens in eigen land. De varkensstapel telde eind 2020 13,35 miljoen varkens in totaal.

Het aantal in Denemarken geslachte varkens vertoonde tot 2020 een dalende lijn. In 2011 werden er 20,9 miljoen vleesvarkens geslacht. Dat waren er vorig jaar 17,5 miljoen. Daarmee herstelde het aantal slachtingen van de dip van 900.000 in 2019 en kwam weer op het niveau van 2018. De export van biggen vertoonde in 2020 een lichte daling met bijna 180.000 dieren naar 14,7 miljoen biggen.

China grootste afzetmarkt

Duitsland was altijd verreweg de grootste afzetmarkt voor Deens varkensvlees. In 2019 daalde de export naar Duitsland al en vorig jaar zette dat door. Daarbij groeide de export naar China van 2018 naar 2020 met 140 procent. Dat land is daardoor nu de belangrijkste afzetmarkt voor Deens varkensvlees. Duitsland blijft wel nummer twee. Polen staat op de derde plek en is daarmee nu een belangrijkere afzetmarkt dan het Verenigd Koninkrijk.

De slachtgewichten vertonen in Denemarken al jaren een duidelijk stijgende lijn. Met name in 2020 zijn de slachtgewichten flink gestegen naar gemiddeld 91,3 kilo over het hele jaar. Daarmee blijven de slachtgewichten nog wel achter bij de slachtgewichten in andere Europese landen. In Nederland lag het gemiddelde slachtgewicht in 2020 op 101,1 kilo.