Variabel poten van aardappelen werkt, maar kost tijd

Bij variabel poten van consumptieaardappelen is het rendement te verhogen. Bijvoorbeeld door nauwer te poten op zware grond binnen een perceel. Sommige telers binnen de NPPL zijn hier al jarenlang mee bezig. Anderen zetten de eerste stappen.

Bij aardappelteler Peter van der Poel uit het Zuid-Hollandse Abbenbroek lukt het dit jaar niet om variabel te poten. De pootmachine die hij drie jaar geleden aanschafte, leek daar niet voor geschikt. Hij vindt de machine nog te jong om te vervangen.

In een eerdere proef op een perceel van 5 hectare maakte Van der Poel gebruik van een pootmachine van een collega. 'Dat zag er met name voor de tafelaardappelen echt heel interessant uit. Wat we van tevoren op papier overlegden, bleek in het veld ook echt te kloppen.'

Techniek

Ook NPPL-deelnemer Mischa Raedts uit Sevenum lukte het niet om dit seizoen zijn consumptieaardappelen variabel te poten. 'Dit seizoen heb ik zelf geen proeven kunnen doen, omdat de techniek me nu simpelweg in de steek liet', zo vertelt hij.

Een jaar geleden kon Raedts variabel poten op twee percelen met behulp van een loonwerker. Deze keer liep het anders. 'De pootcomputer van de loonwerker kon de taakkaart van het perceel niet lezen. En dan loop je al snel vast. Je moet, gezien de beperkte tijd, ook verder.'

De hoeveelheid tijd die in variabel poten gaat zitten, wordt nog weleens onderschat, zegt Raedts. 'Het is nu veel uitproberen en uitvinden. Dat kost tijd. Qua kosten kan dat dus niet helemaal uit, want er wordt niet meer betaald voor je eindproduct.'

Spuitpaden

Jacob van den Borne uit Noord-Brabant heeft beduidend meer ervaring met variabel poten dan zijn collega's. Hij past niet alleen de pootafstand aan, er zijn ook spuitpaden vastgesteld in het perceel waaromheen vier ruggen aardappelen zijn geplant die zo'n 11 procent dichter worden gepoot.

De plantafstand in het perceel wordt onder meer aangepast op licht, water en weersomstandigheden. Van den Borne kan daardoor de opbrengst naar eigen inschatting wel 90 tot 95 procent oprekken. Hij houdt ook rekening met schaduwzones. Daar plant hij de aardappelen ruimer. Later kwam de aardappelteler erachter dat naast licht, water en nutriënten ook temperatuur een belangrijke factor is.

Ieder jaar gaat Van den Borne weer een stapje verder in het variabel poten. Maar het blijft volgens hem zoeken nieuwe verdienmodellen. 'We werken nu bij variabel poten vaak nog met ruwe schattingen en metingen. We moeten dit verder uitdiepen. De focus ligt niet meer op de techniek, want die werkt. We zoeken nu een goed businessmodel erbij.'