Gezonde biggen? Veel aandacht, geen kunstgrepen

Al jaren op rij brengen de zeugen van John Tilleman uit Herveld veel biggen groot. Mooi constant, het hele jaar door. Zijn geheim: veel aandacht voor de voeding en verzorging van de biggen en zeugen en verder geen kunstgrepen.

Gezonde+biggen%3F+Veel+aandacht%2C+geen+kunstgrepen
© John Lamers

Voor het vierde jaar op rij heeft Tilleman van zijn voerleverancier AgruniekRijnvallei een trofee ontvangen voor zijn goede resultaten. Daartoe was het nodig om minimaal 31 biggen te spenen. Voor Tilleman bijna een koud kunstje. Zijn zeugen speenden namelijk 33,9 biggen in het afgelopen jaar.

Voor de zeugenhouder is het duidelijk hoe je goede prestaties haalt. Het staat of valt met aandacht en de juiste verzorging. Daarbij moeten de zeugen in staat zijn veel biggen te werpen en groot te brengen. Tilleman vertrouwt daarbij op de TN70-zeugen, die hij via fokker Wim Veldhuizen aankoopt. De zeugen hebben goede moedereigenschappen en produceren veel melk, zodat ze veel biggen groot kunnen brengen.


Geen dip

Gemiddeld zit Tilleman het hele jaar door iedere maand boven de veertien gespeende biggen. Er is niet of nauwelijks sprake van een dip. De hete zomers zijn wel lastig, maar zorgen niet voor grote problemen. 'Vorig jaar heb ik wel wat extra uitval gehad bij de zeugen die net dragend zijn en in de groep komen. De hitte in combinatie met de stress was net te veel.'

De voergift kan oplopen tot 9 kilo per dag, dat is nodig als ze zoveel biggen zelf grootbrengen

John Tilleman, zeugenhouder in Herveld

Tilleman verwacht dat een hete zomer dit jaar nog minder effect gaat hebben. In de kraamstal en bij de dragende zeugen op stro heeft hij namelijk een nevelinstallatie laten installeren om het klimaat nog beter in de hand te houden.

Goede resultaten staan of vallen met de voeding van de zeugen. Daar besteedt de zeugenhouder dan ook veel aandacht aan. De zeugen krijgen in de laatste week voor het werpen al jarenlang een prelactovoer.


In de kraam- en strostal is nevelkoeling geïnstalleerd.
In de kraam- en strostal is nevelkoeling geïnstalleerd. © John Lamers

Zo verloopt de overgang van drachtvoer naar lactovoer soepel. Dat uit zich in weinig geboorteproblemen en een laag aandeel doodgeboren biggen: 7 tot 8 procent. Dat hij de prelacto met de hand moet voeren, heeft Tilleman er wel voor over.

De zeugen starten goed op en op de twesyede dag gaan ze al over naar lactovoer. In de ochtend krijgen ze nog een keer prelacto met de hand. Vervolgens krijgen ze dan via het voersysteem nog drie keer 1 kilo voer.


Automatisch voeren

Tilleman voert zijn kraamzeugen al jarenlang viermaal daags automatisch. Het voer komt in een klepelbak. 'Dat is dan misschien wel dubbelop, maar het blijft vers en ik hoef bijna nooit een voerbak leeg te scheppen. De zeugen eten hierdoor goed. De voergift kan oplopen tot wel 9 kilo per dag. Dat is nodig als de dieren zoveel biggen zelf grootbrengen.'

Ook in de dracht is er veel aandacht voor het voeren. De zeugen krijgen hun individuele portie via de voerstations. Daarbij krijgen de jongere dieren een hoogwaardiger drachtvoer dan de oudere. Op deze manier worden alle zeugen van verschillende leeftijden en condities zo goed mogelijk naar behoefte gevoerd.

De biggen in het kraamhok groeien voor het overgrote deel van de melk van de zeug. Wel krijgen ze bijvoeding om ze goed op het spenen voor te bereiden. Tilleman begint op dag één met Basdiar, tot dag acht. Daardoor wennen de biggen al snel aan iets anders.


De gespeende biggen krijgen extra water.
De gespeende biggen krijgen extra water. © John Lamers

Op dag twee tot drie komt er al een Optima 10-korreltje bij. De laatste week voor spenen tot en met één week na spenen krijgen de biggen Kruim 4-speenvoer.

Voor een goede start in het kraamhok moeten de biggen genoeg biest drinken. Bij grote tomen zet Tilleman daarom de dikste biggen een tijdje apart, zodat de andere genoeg biest kunnen drinken. Indien nodig, wisselt hij de biggen nog een keer.


Vertrouwen op pleegzeugen

De zeugen werpen gemiddeld 16,3 levend geboren biggen. Het lukt niet om die allemaal bij de eigen moeder groot te brengen. Vroeger gebruikte de zeugenhouder RescueDecks. De laatste jaren vertrouwt hij op pleegzeugen.

'Daarbij werk ik meestal in twee stappen. Ik speen een zeug en daar komen biggen van 10 dagen bij. Vervolgens komen er bij de andere zeug die hierdoor vrijkomt biggen van 2 tot 3 dagen oud. Daarbij verplaats ik de zeug en niet de biggen', legt Tilleman uit.

Ook bij de gespeende biggen loopt het gesmeerd. De uitval is hier gemiddeld maar 1,9 procent. Dat komt door de extra zorg en aandacht direct na spenen. Na het spenen zet de zeugenhouder extra voerbakjes in het hok om de biggen snel aan het eten te krijgen. Daarnaast voert hij de eerste dagen na het spenen water bij. Ook dat zorgt ervoor dat de biggen goed eten.


Pleegzeugen bevallen beter

Pleegzeugen inzetten om de biggen groot te brengen, bevalt John Tilleman beter dan andere maatregelen. Enkele jaren geleden werkte de zeugenhouder nog met RescueDecks om de overtallige biggen groot te brengen. Op zich werkte het systeem prima en het lukte ook goed om de biggen groot te brengen. Wel waren het duidelijk papbiggen. Ze stonden niet zo stevig op hun pootjes en hadden het na het spenen niet gemakkelijk. Bij afleveren op 10 weken waren ze nog duidelijk herkenbaar.' Verder was er volgens Tilleman sprake van vrij veel voerverlies, wat natuurlijk jammer is van het dure voer. Met de pleegzeugen draait het volgens de zeugenhouder economisch dan ook minstens net zo goed. Overgaan naar melk bijvoeren in de kraamstal was aan Tilleman niet besteed. 'Dan zou ik eerder kiezen voor een systeem dat ook brij kan voeren. Maar de kosten hiervan zijn hoog.'

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Dinsdag
    9° / 6°
    30 %
  • Woensdag
    9° / 4°
    90 %
  • Donderdag
    9° / 5°
    30 %
Meer weer