Glastuinders stappen legaal uit Europees emissiehandelssysteem

De bewindsvrouw beantwoordt in de brief van woensdag vragen van de Tweede Kamer naar aanleiding van een artikel in het dagblad NRC waarin werd gesteld dat het ministerie dit wel heeft gedaan.

Het ETS is bedoeld om in Europa de meest CO2-uitstotende bedrijven via een marktmechanisme aan te zetten tot een CO2-reductie. Van de ongeveer 3.500 glastuinbouwbedrijven in Nederland vallen er vijftien onder dit ETS-regime.

Kleiner aantal glastuinders onder ETS

In een eerder stadium waren er dat nog negentig. Het aantal is verminderd om drie redenen, stelt de minister in de brief. Bij de meeste glastuinbouwbedrijven die niet langer onder het ETS vallen, is het werkelijk opgesteld vermogen door technische aanpassingen onder 20 megawatt gekomen, de grens die voor het emissiehandelssysteem geldt. Deze bedrijven hebben energiebesparende maatregelen genomen.

Daarnaast heeft een deel van de glastuinbouwbedrijven zich sinds 2012 vrijwillig opgesplitst in kleinere bedrijven. Schouten wijst erop dat die mogelijkheid bestaat door de Wet milieubeheer en dat de Europese ETS-richtlijn dit toestaat.

Reserveketel voor calamiteiten

Een kleiner deel van de glastuinbouwbedrijven heeft het ETS verlaten door de introductie van de back-upregeling. Deze regeling is er gekomen om recht te doen aan de situatie dat verschillende glastuinders twee ketels hebben staan om warmte en elektriciteit te produceren. De twee draaien nooit tegelijk en een van de twee dient als back-up bij calamiteiten. 'Deze back-upregeling past binnen de ETS-richtlijn en het is bekend bij de Europese Commissie', schrijft de minister.

Schouten noemt het bijzonder spijtig dat door het NRC-artikel een beeld is ontstaan dat de overheid in strijd met de ETS-regels heeft gehandeld. Eerder reageerde Glastuinbouw Nederland al op de aantijgingen in het artikel en wees erop dat de glastuinbouwbedrijven volkomen legaal en conform de wetgeving handelen. Het artikel in NRC verscheen eind oktober.