Virus beïnvloedt phytophthora, maar hoe?
Phytophthora kan bij de verspreiding hulp krijgen van een virus dat de sporenvorming sterk doet toenemen. Ziekteverwekkers kunnen elkaar dus versterken of juist remmen. Deze kennis is toe te passen in de hele plantenziektekunde. Wetenschappers zouden op basis van dergelijke mechanismen breder moeten kijken dan hun vakmatige blikveld.
Bij het bestuderen van een plantenziekte richten onderzoekers zich meestal op de eigenschappen van de ziekteverwekker, de kwetsbaarheden van de plant, omgevingsfactoren die de verspreiding of de besmetting verergeren en de middelen en omstandigheden die het beste zijn om de ziekte te bestrijden.
De laatste jaren neemt de interesse toe in de interacties tussen organismen die de ziekte kunnen stimuleren en remmen. Een studie in Amerika toont hoe sterk de interactie tussen een virus en de aardappelziekte kan zijn. Dergelijke inzichten veranderen de benadering van ziekten door plantenziektekundigen.
Vermeerderen
Vanaf het moment dat de aardappelziekte Phytophthora infestans zich seksueel ging vermeerderen, doorbrak de ziekteverwekker sneller resistenties. Dat kan een belangrijke bijdrage zijn geweest aan de agressievere verspreiding van de aardappelziekte vanaf het einde van de twintigste eeuw.
Een virus kan een schimmel agressiever maken of remmen
De ziekte doorbreekt gemakkelijker resistenties van aardappelen en wordt ongevoelig voor steeds meer gewasbeschermingsmiddelen. Het is zeker van invloed geweest bij de aardappelziekte, maar er kan meer aan de hand zijn.
Snelle verspreiding
Als de sporulatie van phytophthora sterk toeneemt bij de aanwezigheid van een virus in het genetische materiaal van de phytophthora, kan de verspreiding veel sneller gaan. Het kan de oorzaak zijn dat phytophthora-stam US-8 zich razendsnel door Noord-Amerika verspreidde, denken de onderzoekers.
Opmerkelijk is dat deze stam in het oorsprongsgebied van phytophthora, Mexico, nauwelijks wordt aangetroffen en dat de combinatie virus-phytophthora in andere gebieden op de wereld ook minder wordt gevonden dan in Noord-Amerika.
Eigen werkveld
Viroloog René van der Vlugt zegt dat plantenziektekundigen gewend zijn zich te beperken tot hun eigen werkveld. Dat gaat dan om aaltjes, schimmels, bacteriën of virussen. 'Het is niet gewoon om naar de combinaties te kijken. Het is bekend dat er bijvoorbeeld interacties bestaan tussen schimmels en bacteriën, maar er wordt in de praktijk minder vaak naar gekeken.'
Van der Vlugt zegt dat een virus dat een schimmel besmet, de gastheer zowel meer als minder virulent kan maken. Er zijn dus situaties waarin de besmetting van een schimmel met een virus de schimmel agressiever maakt en situaties waarin het virus de schimmel eerder remt. Het hangt af van de eigenschappen van een schimmelstam of het een of het ander gebeurt.
In het geval van de phytophthora, zoals hierboven beschreven, is het mogelijk dat veredelaars zich specifieker richten op aardappelrassen met resistenties tegen de meest agressieve en dominante stammen van de aardappelziekte. Het besef dat sommige combinaties van ziekteverwekkers gevaarlijker zijn, vraagt van onderzoekers een ander bewustzijn, denkt Van der Vlugt.
Virus als bestrijder
Het is ook mogelijk dat een virus juist een positieve rol heeft voor telers. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de bestrijding van bacteriën met speciale virussen, bacteriofagen genaamd. Bacteriofagen of kortweg fagen besmetten bacteriën, vermeerderen zich erin, doen de bacterie knappen en infecteren vervolgens andere bacteriën. In Rusland en Oost-Europa is werken met fagen een alternatief voor antibiotica.
In de westerse wereld blijken antibiotica steeds vaker te maken te krijgen met resistenties in bacteriën. Daarom kan de inzet van fagen een alternatief worden. De Katholieke Universiteit Leuven onderzoekt de inzet van fagen bij bacterieziektes in kool en prei.
Erwinia
Van der Vlugt zegt dat effectieve toepassing van fagen in open systemen zoals de akkerbouw moeilijk is. 'We hebben het tien jaar geleden onderzocht bij erwinia in bollen en aardappelen. In een gesloten systeem bij het broeien van bollen was het zinvol en effectief.'
Voor de toepassing tegen erwinia in aardappelen bij de oogst hadden fagen minder succes. Het bij het oogsten natmaken van de aardappelen en vochtige aardappelen opslaan is een onhandige methode.
Microbioom
De viroloog denkt dat beïnvloeden van het microbioom, het complex aan micro-organismen rondom de plantenwortels, een manier kan worden om planten beter te beschermen. Op een symposium over biostimulanten kwam onlangs ook aan de orde dat positieve bacteriën een rol kunnen spelen als beschermers van planten tegen andere bacteriën en schimmels.
De beschermende laag bacteriën rond de wortels hebben invloed op de belagers in de grond en daarboven, ze dragen bij aan de opname van voeding door de plant en de gelijkmatige groei en die gelijkmatige groei is goed voor de weerstand van het gewas tegen ziekten en plagen. Duidelijk is dat begrip van een weerbare teelt te maken heeft met de samenhang van micro-organismen, virussen en plantengroei.
Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
Niemeyer HR 675-DH
Gebruikt, € 2.500
-
Kuhn GF 17012 schudder
Gebruikt, € 34.000
-
Massey Ferguson 7722-S
2019, € 87.500
-
John Deere Tractor 6R 155 (SB) #31665
Gebruikt, P.O.A.
Vacatures
Projectmedewerker BoerenNetwerk - Zet je in voor natuurinclusieve landbouw!
Wij.land - Abcoude (De Ronde Venen)
Onderzoeksassistent maisteelt
Wageningen University & Research - Lelystad
Docent veehouderij
Landstede MBO - Raalte
Meewerkend bedrijfsleider (m/v) op een modern en ondernemend melkschapenbedrijf
ATT Agro - Den Burg, Texel
Bestuurslid met voorzitterskwaliteiten
Coöperatie Natuurrijk Limburg - NL
Weer
-
Zaterdag4° / 0°90 %
-
Zondag15° / 6°20 %
-
Maandag13° / 9°90 %