Schouten ontkent 'slappe' aanpak pootgoedfraude

Schouten stelt dat de fraude serieus wordt genomen en wijst erop dat er een strafrechtelijk onderzoek loopt door de Inlichtingen- en Opsporingsdienst (IOD) van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Daarnaast zijn er maatregelen genomen om de fytosanitaire risico's af te dekken.

De bewindsvrouw beantwoordt in een brief aan de Tweede Kamer vragen van de Kamerleden Jaco Geurts en Maurits von Martels (CDA) en Roelof Bisschop (SGP) over de pootgoedfraude. De vragen hebben vooral betrekking op de samenwerking tussen NVWA en keuringsdienst NAK.

Eerder ingrijpen

De minister gaat niet mee in de veronderstelling van de Kamerleden dat fout pootgoed niet in Nederland gepoot was geweest als de NVWA eerder had ingegrepen. Zij schrijft dat pas na 3 mei duidelijk werd dat naast België ook illegaal pootgoed in Nederland was geplant. De aardappelen op de betreffende percelen zaten toen al twee tot drie weken in de grond.

Het NVWA heeft volgens de minister passende maatregelen opgelegd voor de uitplant van illegaal pootgoed. Volgens het Nederlands recht en op basis van de werkwijze in het verleden in vergelijkbare situaties wordt vernietiging van het aardappelgewas op dergelijke percelen als disproportioneel beoordeeld. Dit in tegenstelling tot België waar het pootgoed met de valse labels wel direct weer is gerooid.

Geen uitbreiding bevoegdheid

De fraude met pootgoed, waarbij een Nederlands handelsbedrijf en een Nederlands teeltbedrijf betrokken zijn, is voor Schouten geen aanleiding om de bevoegdheden van keuringsdienst NAK uit te breiden. Zij erkent dat het hier gaat om een unieke zaak, waarbij er spanning was op het scheidsvlak van handhaven en het voorbereiden van een eventuele strafzaak.

De minister zegt toe dat de NVWA komt met een heldere instructie voor de keuringsdiensten om in dergelijke gevallen samen te werken. Over het verbeteren van de samenwerking tussen NVWA en de NAK gaan beide organisaties binnenkort in gesprek.