Aardappeloogst EU5 gemiddeld dankzij groter areaal

Deze productie is 10 procent meer dan vorig seizoen en 1,8 procent meer dan het vijfjarig gemiddelde. Dit blijkt uit de nieuwe oogstraming voor Nederland, België, Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië van de NEPG (Noord-West Europese aardappeltelers). De verwachte aardappeloogst is in elk geval behoorlijk kleiner dan in 2014 en 2017.

De bovengemiddelde oogst in de genoemde landen wordt dit seizoen volgens NEPG vooral veroorzaakt door de uitbreiding van het areaal in de vijf landen. Ten opzichte van het vijfjarig gemiddelde is de uitbreiding 9 procent tot een totaal van bijna 614.000 hectare. Dit jaar is Duitsland met 4,2 procent verantwoordelijk voor de grootste groei van het teeltareaal tot 186.000 hectare.

3 ton meer per hectare

De gemiddelde hectareproductie schat NEPG voor het groeiseizoen 2019 op 43,9 ton. Dit 6,8 procent minder dan het vijfjarig gemiddelde, maar ongeveer 3 ton per hectare meer dan vorig jaar. De Nederlandse productie wordt geraamd op 47 ton per hectare. Dat is ruim 10 procent beter dan in 2018.

Voor Groot-Brittannië heeft NEPG nog onvoldoende gegevens beschikbaar voor een goede oogstraming. Daarvoor rekent de organisatie voorlopig nog met de gemiddelden van voorgaande jaren. Wel hebben de Britten inmiddels 70 procent van hun areaal gerooid. Dat is meer dan in België en Nederland waar afgelopen weekend nog 60 procent moest worden geoogst.

NEPG stelt dat de kwaliteit van de aardappelen over het algemeen goed is, maar adviseert telers wel om voldoende aandacht te besteden aan de bewaring gezien de toch wel natte oogstomstandigheden. In enkele partijen worden bewaaraantastingen door bacteriën en schimmels gemeld. Daarom is goed ventileren en drogen noodzakelijk, schrijft NEPG in het persbericht bij de oogstraming.

Grote exportvraag

Over de markt meldt NEPG dat er al een grote exportvraag is vanuit Polen en Zuid-Europa. Verder draaien ook de verwerkers op volle capaciteit. Het gevolg is dat het prijsniveau de laatste twee tot drie weken een opwaartse beweging doormaakt. De uiteindelijke marktontwikkeling is volgens NEPG sterk afhankelijk van de definitieve oogst en de kwaliteit van de aardappelen na bewaring.

Tot slot vraagt NEPG aandacht voor de hogere productiekosten voor aardappeltelers. Dit vanwege soms intensieve beregening, hogere oogstkosten door de nattigheid en de hogere kosten voor bewaring. Een deel van de kostenstijging is structureel, waarschuwt NEPG, en dat heeft alles te maken met het wegvallen van Chloor IPC voor de kiemremming.

NEPG vindt dat aardappeltelers met deze ontwikkeling rekening moeten houden bij de contractbesprekingen voor volgend seizoen. Verder adviseert de organisatie om het aardappelareaal de komende jaren niet verder uit te breiden om de markt meer in balans te laten zijn bij een normale productie.