Amerikaanse raming leidt val tarweprijs in

Een dieptepunt bereikte het meest verhandelde tarwecontract – december 2019 – op de Parijse termijnmarkt van Matif. De prijs zakte deze week weg naar net boven de 170 euro per ton, waarmee een eerder dal van dit jaar, in de tweede week van mei, werd overtroffen.

Aanleiding van de sterke val van de notering – ook andere termijnmarkten, waaronder Chicago, gingen onderuit – was het rapport World Agricultural Supply and Demand Estimates (Wasde) dat USDA op 12 augustus uitbracht. Daarin raamt het ministerie onder andere de productie-, consumptie- en voorraadcijfers van granen.

Belangrijkste oorzaak voor de prijsval van tarwe waren niet de bewegingen in deze markt, maar de cijfers die USDA publiceerde over de maisoogst. Eerder dit jaar was er onzekerheid over het areaal mais in de Verenigde Staten (VS), omdat de inzaai werd verstoord door hevige regenval, waardoor graanprijzen sinds mei opliepen.

Hogere opbrengsten mais

Het Amerikaanse ministerie concludeerde in het laatste rapport dat het maisareaal iets kleiner is dan een maand eerder werd ingeschat, maar dat de opbrengsten per hectare aanzienlijk hoger zijn. Met name in de belangrijkste maisstaten van de VS.

De markt had deze prognose niet verwacht, waardoor de klad in de maisnotering kwam. Deze nam tarwe mee in haar val. De termijnnotering voor september 2019 zakte in Parijs zelfs tot nagenoeg 165 euro per ton. Tussen de notering voor mais en tarwe bestaan op Matif nog maar kleine verschillen.

Kleinere tarweoogst

In de laatste prognose gaat USDA uit van een iets kleinere tarweproductie dan in juli werd geraamd. Wereldwijd houdt het Amerikaanse ministerie de oogst voor het seizoen 2019-2020 op 714,2 miljoen ton. Dat is 5 miljoen ton minder dan in de profetie van een maand eerder.

In de VS zelf valt de tarweproductie hoger uit. Het land zal daardoor meer exporteren, valt in het rapport te lezen. Daarentegen brengen de grote tarwe-exporteurs Argentinië, Australië, Canada, Europese Unie (EU), Rusland en Oekraïne minder op de markt. Vooral de EU en Rusland doen een stap terug.

Ondanks de maandcorrectie van de tarweoogst in de wereld spreekt USDA nog steeds van torenhoge voorraden aan het eind van het seizoen 2019-2020. Het ministerie heeft becijferd dat er aan het eind van dat seizoen zo'n 285 miljoen ton tarwe in voorraad ligt. Dat is 10 miljoen ton meer dan er bij het sluiten van 2018-2019 in opslag is. En hoger dan de eindvoorraad van het seizoen 2017-2018.

De verwachting is dat de grote opslag langere tijd een drukkend effect heeft op de tarweprijs, ondanks dat China zijn strategische voorraad aanvult. Naar inschatting van USDA is de Chinese tarwevoorraad aan het eind van het seizoen 2019-2020 ongeveer 146 miljoen ton groot. De berg is daarmee 6 ton hoger dan bij afsluiting van het afgelopen seizoen.

Grote reserves

De Chinese regering houdt bewust grote reserves aan. Ze wil daarmee voorkomen dat er honger in het Aziatische land optreedt, een beleid dat de EU vroeger ook had.

De tarwevoorraad in de EU stijgt aan het eind van dit seizoen naar 11 miljoen ton, meldt USDA verder. Dit komt overeen met een stijging van 2 miljoen ton ten opzichte van het zojuist afgesloten seizoen 2018-2019.