Boete van Avebe vanwege onderlevering is terecht

De boete was opgelegd vanwege het niet of te weinig leveren van aardappelen aan de zetmeelfabrikant. In 2016 stelde de rechtbank Noord-Nederland Avebe al in het gelijk. De betreffende telers waren het niet eens met deze beslissing en gingen in hoger beroep.

In een reactie stelt bestuursvoorzitter Bert Jansen van Avebe dat de uitspraak van het Gerechtshof recht doet aan het coöperatieve gedachtegoed. Hij noemt de afspraken die Avebe maakt met leden over de hoeveelheid te leveren aardappelen het fundament onder de grondstofvoorziening en campagneplanning van de coöperatie.

'We zijn een coöperatie ten gunste van onze leden en dus verwachten we dat onze leden de gemaakte afspraken nakomen. Samen dragen we een verantwoordelijkheid richting onze klanten. De kracht van de coöperatie zit in het collectieve belang', stelt Jansen.

Opzeggen lidmaatschap

Naast de opgelegde boete oordeelde het Gerechtshof dat het opzeggen van het lidmaatschap vanwege de onderlevering in lijn is met het doel van de coöperatieve principes. Na het beëindigen van het lidmaatschap kregen de voormalige leden de gelegenheid om hun aandelen over te dragen aan derden.

Toen dit niet lukte, moesten ze aan Avebe een overnamevergoeding betalen van 681 euro per aandeel. Van deze regeling oordeelde het gerechtshof dat de termijn voor de verkoop van de aandelen te kort is. De overnamesom van de aandelen is daarom naar beneden bijgesteld.

Interne regels

Jansen benadrukt dat zowel de rechtbank als het Gerechtshof het belang van de interne regels voor de coöperatie onderkennen.

'Het lidmaatschap brengt rechten en plichten met zich mee. Solidariteit staat bij ons hoog in het vaandel. In goede tijden, maar ook als het tegenzit. Leden verwachten van ons dat wij andere leden erop aanspreken als zij hun afspraken niet nakomen.'