'Goed oriënteren op driftbeperkende spuittechnieken'

Interview Akkerbouw Haijo Dodde 29 maa 2019 om 10:20uur

Dirk Jan Beuling, binnen LTO-Akkerbouw verantwoordelijk voor plantgezondheid, adviseert akkerbouwers dit jaar goed te oriënteren op driftbeperkende spuittechnieken. 'Het doel is een efficiënte bestrijding met minder emissie en een beter resultaat.'

%27Goed+ori%C3%ABnteren+op+driftbeperkende+spuittechnieken%27

Waarom is verregaande driftreductie noodzakelijk?

'Elke druppel die wij spuiten moet op de juiste plek terechtkomen. Met alle maatschappelijke druk kunnen we ons geen fouten meer permitteren. Middelen horen op het gewas en niet in de sloot of naast het perceel. Dit is een collectieve verantwoording en noodzakelijk om ons middelenpakket te behouden.'

De verplichte drukregistratie is vooral een controlesysteem en zorgt er niet voor dat we beter gaan spuiten.

Dirk Jan Beuling, bestuurslid van LTO-Akkerbouw

Is 95 procent driftreductie te realiseren met een conventionele spuitmachine?

'Met de reguliere spuitmachines is de doppenkeuze beperkt, als je wilt voldoen aan verregaande driftreductie. Er komen vast nieuwe driftreducerende doppen die een oplossing bieden.

'Gezien de innovatiekracht op het gebied van driftarm spuiten, lijkt het beter om te investeren in nieuwe spuittechnieken. Maar dat is vaak een dure oplossing en na het moeilijke jaar dat achter ons ligt, heeft niet iedere akkerbouwer daarvoor de financiële ruimte.'

Wat voegt de verplichte drukregistratie toe aan een betere spuittechniek?

'Niet veel, vinden wij als LTO. De verplichte registratie is vooral een controlesysteem en zorgt er niet direct voor dat we beter gaan spuiten. Een voordeel van de discussie hierover is de bewustwording om goed na te denken over driftreductie. Veel akkerbouwers hebben nu focus op technieken waarvoor geen drukregistratie nodig is.'

• Lees ook: Drukregistratievoorziening is niet altijd nodig

Wat is een investering in nieuwe spuittechnieken over vijf jaar nog waard?

'Dat is een goede vraag. Zoals de wetgeving nu is, kunnen we voldoen aan de regels met technieken die beschikbaar zijn. Maar de discussie over gewasbescherming maakt me wel zenuwachtig. We hebben te maken met de willekeur van de politiek en de samenleving. Er is weinig zekerheid over hoe het beleid er over vijf jaar uit zal zien.'

Wat adviseert LTO een akkerbouwer die een nieuwe spuitmachine wil kopen?

'Een concreet advies is lastig, met alle onzekerheden. Het is niet verstandig om nu een paniekaankoop te doen. Een akkerbouwer die op zoek is naar een nieuwe spuitmachine doet er goed aan om zich uitgebreid te oriënteren. Hij moet zich bewust zijn van wat er te koop is en een machine kiezen die bij hem past en voldoende robuust is.'

Gewasbescherming op plantniveau levert forse middelenbesparing

Elke plant exact de bespuiting meegeven die nodig is, dat is de uitdaging die machinefabrikant Agrifac zichzelf heeft gesteld bij de ontwikkeling van NEED Farming. Projectmanager Melle van der Molen vertelde tijdens de LTO-gewasbeschermingsbijeenkomst over de nieuwe technologie die moet bijdragen aan een nog efficiëntere inzet van gewasbeschermingsmiddelen. 'Dit gaat weer een stap verder dan precisielandbouw', verzekert Van der Molen. 'Wij stellen de plant centraal in de gewasbescherming en gaan daarbij uit van een halvering van de gewasbeschermingskosten en 50 procent extra opbrengst vanwege teeltoptimalisatie.' Agrifac testte afgelopen jaar de plantspecifieke bestrijding van ridderzuring in grasland met deze technologie. Daarbij werd een middelenbesparing gerealiseerd van 90 procent. Basis van NEED Farming is de individuele aansturing van de pulserende spuitdoppen. Deze doppen kunnen per seconde honderd keer open en dicht schakelen en daarmee is het mogelijk om elke plant de gewenste dosis gewasbeschermingsmiddel mee te geven. De aansturing van de spuitdoppen gebeurt via toepassingskaarten die op plantniveau worden samengesteld. De input daarvoor is bijvoorbeeld afkomstig van dronebeelden en bodemsensoren, maar is ook gebaseerd op de kennis van de boer. Van der Molen laat aan de hand van een praktijktest zien wat de winst is van NEED Farming ten opzichte van precisielandbouw. Bij de loofdoding van aardappelen op een oppervlakte van 17 hectare wordt conventioneel 150 liter per hectare gespoten, dus 2.550 liter spuitvloeistof in totaal. Met precisietechnieken en sectieaansturing van de doppen komt de berekende besparing op het vloeistofgebruik uit op 16 procent. Bij loofdoding op plantniveau berekent Agrifac een besparing van meer dan 60 procent. Een nieuwe stap in NEED Farming is de ontwikkeling van AiCPlus. Dit is een technologie met camera's op de spuitmachine, die rechtstreeks scannen en aansturen van vloeistofafgifte op plantniveau mogelijk moet maken. Van der Molen: 'We testen dit nu al in Australië. Ons streven is dat met deze methode bij de onkruidbestrijding minimaal 95 procent van de te bestrijden planten herkend wordt bij een snelheid van 25 kilometer per uur.'