Uienhandel verwacht vlot herstel verloren afzet

Het droge groeiseizoen van 2018 heeft een flinke impact op de uiensector. In de definitieve oogstraming stelt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de netto-uienoogst voor 2018 op 828.000 ton. Dat is ongeveer een half miljoen ton minder dan het jaar ervoor.

De kleine oogst bepaalt dit jaar de uienafzet. In heel Europa zijn weinig uien beschikbaar en dat zorgt voor een markt met meer vraag dan aanbod. Vooral uientelers die nog een redelijke productie van het land wisten te halen, profiteren daarvan. De duurste uien zijn in de periode kort voor de jaarwisseling verkocht voor telersprijzen van meer dan 50 euro per 100 kilo. Nu varieert de prijs tussen 30 en 45 euro.

De uienexport begon in de oogstperiode nog voortvarend en dat hield relatief lang aan. Inmiddels zijn de volumes voor verkoop naar het buitenland gedaald naar minder dan 10.000 ton per week. In normale jaren is dat in deze periode vaak nog het dubbele.

Een rekensom wijst uit dat voor export zo rond half maart nog ongeveer 60.000 ton uien beschikbaar is. Het is de verwachting dat globaal eind april de Nederlandse uien van oogst 2018 zijn uitverkocht. Daarna duurt het nog zo'n anderhalve maand voordat de eerste vroege uien van het nieuwe seizoen worden geleverd.

In de tussentijd zullen handelaren hun afnemers moeten teleurstellen of voorzien van uien die vooral afkomstig zijn van het zuidelijk halfrond. Op dit moment worden al behoorlijke hoeveelheden Nieuw-Zeelandse uien verhandeld en is er sprake van leveringen uit Zuid-Afrika en China. In een later stadium komen daar wellicht nog geïmporteerde uien uit Egypte bij.

Landen die dit afzetseizoen ten opzichte van voorgaande jaren substantieel minder Nederlandse uien hebben aangekocht, zijn Senegal, Maleisië, Mauritanië, Mali en de Filipijnen. Veelal zijn dit prijsmarkten waar consumenten eenvoudigweg minder uien kopen als die te duur zijn.

Het is aan de uienexporteurs om komend jaar het verlies aan afzetvolume terug te halen en daarover zijn ze overwegend positief. De algemene verwachting is dat de afnemers die het Nederlands product nu te duur vinden, vanzelf terugkomen als de uienprijzen terugzakken beneden het niveau van 20 euro.

Belangrijke troeven volgens de Nederlandse uienhandel zijn de goede prijs-kwaliteitverhouding en de uitstekende infrastructuur om in korte tijd grote volumes te kunnen afleveren naar soms verre bestemmingen. Komend jaar, als er weer voldoende aanbod is om aan de vraag te voldoen, moet blijken wat deze troeven waard zijn.