Melkgeit heeft andere mais nodig dan koe

'Een geit is geen kleine koe en een kleine koe is geen grote geit', zei Ronald Paardekooper, manager herkauwers bij Voergroep Zuid, dinsdag tijdens de Studiedag Geitenhouderij in Drunen. Geitenhouders, dierenartsen en andere betrokkenen werden daar bijgepraat over de nieuwste bevindingen over de ruwvoerbehoefte van melkgeiten.

'We signaleren de laatste tijd meer verteringsproblemen op geitenbedrijven. Dat heeft te maken met de voeding. We weten nog te weinig over goed ruwvoer voor geiten. We redeneren nog veel te veel vanuit de koe', stelt Paardekooper.

Volgens de manager herkauwers keert het tij. 'De sector is uitgebreid en wordt volwassen. Er komt meer kennis. En geitenhouders zijn ook bereid om daarin te investeren.'

Balderen en bast

Nutritionist Mat Winkelhoven vergeleek het verteringssysteem van een geit met dat van een koe. Een koe eet van nature vooral gras en een geit de snel verteerbare topjes van bladeren en de traag verteerbare bast van een stam.

Daarom is ook hun verteringsstysteem anders. Kenmerkend voor een geit is dat de vertering veel sneller gaat en dat de dikke darm een veel belangrijkere rol speelt bij de opname van voedingsstoffen.
'Mais past goed in in het geitenrantsoen, maar moet niet te rijp zijn en minder fijn worden gehakseld. De korrel mag kapot, maar moet niet worden vermalen. Het liefst de korrel in vier of vijf stukken. En een korte plant heeft de voorkeur vanwege de betere conservering', zegt Winkelhoven.

Shredlage

'Als er voor shredlage wordt gekozen, mag het plantgedeelte langer zijn, maar de eisen aan de korrel blijven hetzelfde. Vanwege de snelle vertering moet er in de pens en darm gewerkt kunnen worden, dus niet verzuren door te snel zetmeel.'

Wanneer er veel mais wordt gevoerd, gaat de voorkeur uit naar rassen met minder zetmeel per kilo droge stof. Wanneer er weinig mais wordt gevoerd en mais de enige zetmeelbron is, mag zetmeel per kilo droge stof best hoog zijn. Geiten kunnen met minder zetmeel toe dan koeien, omdat geiten vaker worden duurgemolken. Te veel zetmeel geeft dan te veel risico op vervetting.

Alternatieven

Alternatieven voor ruwvoer van eigen bodem zijn grassilage, grasklaver en hooi, luzerne, stro en voederbieten. Ze hebben volgens Winkelhoven wel bijna allemaal een verhoogd risico op zand en dus op listeria. Daarnaast kan de opbrengst vaak nog niet concurreren met snijmais.