'Je mag niet meer trots zijn als varkensboer'

'Ik ben die dag op het provinciehuis geweest en krijg nog steeds buikpijn als ik eraan terugdenk', zegt Van Asten. 'Tientallen boeren hebben hun verhaal verteld, maar daar hebben de Statenleden niks mee gedaan. Daardoor is de onzekerheid voor veel boeren alleen maar groter geworden.'

• Lees ook: 'Stimuleren doe je met honing, niet met azijn'

De veehouder geeft aan dat de nieuwe regelgeving met name voor kleinere familiebedrijven grote gevolgen heeft. 'Grotere bedrijven kunnen een investering in een nieuwe luchtwasser vaak nog wel ophoesten en daardoor verder groeien. Maar voor kleinere gezinsbedrijven met meerdere oude stallen is zo'n investering gewoon niet te betalen.'

'Ik wil niet stoppen'

Hij vervolgt: 'Er zijn wel eenvoudigere systemen op de markt, zoals verneveling in de stallen. Maar daarmee wordt niet voldaan aan de strenge eisen die nu door de provincie gesteld worden. Toch ga ik gewoon door met mijn bedrijf, want ik wil niet stoppen. Ik sta open voor vernieuwing, mits de oplossingen praktisch en betaalbaar zijn.'

Het steekt Van Asten ook dat de veehouderij tegenwoordig onderwerp is van framing. 'De politiek roept alleen maar dat het beter moet, maar geeft daarbij niet aan hoe vooruitstrevend Nederlandse boeren zijn ten opzichte van boeren in andere landen. Ik ken veel collega's die het daar geestelijk zwaar mee hebben. Je mag er eigenlijk niet meer trots op zijn dat je varkensboer bent, terwijl ik dat wel ben.'

Reacties vanuit omgeving

Hij geeft aan dat er vanuit de omgeving nooit klachten zijn geweest over zijn bedrijf. 'Enkele jaren terug hebben we samen met onze buren een open dag gehouden op onze bedrijven, 'Loeren bij de Boeren'. Daar kwamen zo'n 1.600 bezoekers op af, die het allemaal prachtig vonden wat wij hier doen.'

De varkenshouder voorziet dat in 2020, als de nieuwe vergunningen moeten zijn aangevraagd, veel varkensbedrijven stoppen. 'Ik ga in augustus en september 2019 de balans opmaken en bekijken hoe ik verder ga. Als de huidige regels van kracht blijven, valt het merendeel van de gewone gezinsbedrijven waarschijnlijk om en blijven alleen de grote bedrijven in de markt over.'