Duitse consument wil eigen peen eerst

'Duitse consumenten zullen eerst kiezen voor peen uit de eigen regio. Daarna gaat hun voorkeur uit naar product dat in elk geval van Duitse herkomst is en pas in laatste instantie is onze peen aan de beurt', stelt Mark Brantjes, voorzitter van Landbouwbeurs Noord- en Centraal-Nederland (LNCN).

Hij sprak deze week tijdens de Themadag Peen van LNCN in Emmeloord zijn zorg uit over de handelsbarrières op de peenmarkt. 'De EU streeft naar vrij verkeer van goederen en diensten, maar zeker voor peen geldt dat de harmonisatie nog ver weg is. Het beschikbare middelenpakket verschilt per lidstaat en marktpartijen gebruiken dat om regionaal geteeld product te promoten. Dat speelt vooral in Duitsland, maar ook in Frankrijk en België', aldus Brantjes.

Peenaareaal met 25 procent toegenomen

Peter Gabriëls, de directeur van zaadfirma Bejo Zaden in Duitsland, was gevraagd uitleg te geven over de Duitse markt en kansen voor Nederlandse peen. Aan de hand van cijfers van het Duitse instituut voor statistiek (Destatis) liet hij zien dat het Duitse peenareaal vanaf 2015 met 25 procent is toegenomen tot 12.500 hectare.

Grote teeltgebieden voor peen zijn Nordrhein-Westfalen, Niedersachsen en Rheinland-Pfalz. De Duitse productie steeg de laatste drie jaar met 200.000 ton tot 734.000 ton peen in 2017. De import daalde in die periode van ruim 250.000 ton tot zo'n 220.000 ton afgelopen jaar. Nederland is met ongeveer 100.000 ton veruit het grootste importland voor de Duitse peenmarkt. Andere landen die peen naar Duitsland verkopen zijn Italië, Spanje, Denemarken, België en Israël.

De Duitse consumptie van peen ligt volgens Gabriëls vrij constant op 8,5 tot 9 kilo per hoofd van de bevolking per jaar. 'De aankoop van peen gebeurt voor de helft bij discounters als Lidl en Aldi. Voor de Duitse consument is een goede kwaliteit belangrijk, maar ook een lage prijs. Het aandeel convenience is nog relatief beperkt.'

Marketingtool

Waar Brantjes spreekt van een vorm van protectionisme op de Duitse peenmarkt, stelt Gabriëls dat de roep om regionaal product vooral een marketingtool is. 'Duitse consumenten kiezen met een regionaal product vooral voor voedselveiligheid. Een ander argument is de sociale behoefte om de regionale economie te steunen.'

Het feit dat Duitsland nog niet zelfvoorzienend is, betekent volgens Gabriëls automatisch ruimte voor afzet van Nederlandse peen. 'Verder is teelt in de regio geen zwart-wit begrip', benadrukt hij. 'Via een slimme samenwerking met Duitse afzetpartners is het wellicht mogelijk om Nederlands product te gebruiken binnen regionale concepten.'

Op het gebied van productontwikkeling ziet Gabriëls mogelijkheden voor snackpeen en convenience. Het snacksegment in Duitsland wordt nu grotendeels ingevuld met snackpeen uit Denemarken. 'Voor goede kwaliteit peen blijft er ruimte op de Duitse markt', is de overtuiging van Gabriëls. 'Hij gaat er daarbij van uit dat Duitse peentelers meer moeite zullen hebben met de beperkingen van een kleiner wordend middelenpakket dan hun Nederlandse collega's.'

Nederlandse biopeen

In vergelijking met gangbaar is het perspectief voor biologisch geteelde peen uit Nederland een stuk positiever op de Duitse markt. Het aandeel bio in het Duitse groentepakket neemt snel toe, peen speelt daarbij een voortrekkersrol. Gabriëls zegt dat het aandeel biopeen in volume 16,3 procent is en in financiële omzet is dat zelfs 20,7 procent.

'De behoefte aan biopeen is in Duitsland voorlopig veel groter dan het aanbod. Bovendien geldt voor dit segment dat de consumenten bereid zijn om relatief hoge prijzen te betalen. Als het gaat om echte kansen op de Duitse markt dan zijn die absoluut het grootst voor biologisch geteelde peen', stelt Gabriëls.

• Bekijk de actuele peenprijzen