Bedrijfsopvolger wil hbo-diploma op zak

Bij Aeres Hogeschool Dronten steeg het aantal aanmeldingen voor de opleidingen Veehouderij & Ondernemerschap en Tuin- en Akkerbouw dit schooljaar met bijna 50 procent. Waar vorig jaar nog 170 eerstejaarsstudenten kozen voor Veehouderij & Ondernemerschap, begonnen er dit jaar 250 studenten aan de studierichting.

Dat heeft diverse redenen, zegt Jeroen Nolles, teamleider Veehouderij & Ondernemerschap. 'Agrarische hogescholen staan beter bekend. Ze hebben de laatste jaren goed gecommuniceerd dat je om boer te worden tegenwoordig veel meer nodig hebt dan een mbo-opleiding. Door de wetgeving zijn bedrijven complexer geworden. Ook de banken stellen steeds hogere opleidingseisen ten aanzien van financiering.'

Tweejarig hbo

Nolles ziet verder dat studenten na de MAS vaker voor de tweejarige hbo-opleiding (associate degree) kiezen. 'Hier zijn de groeicijfers het hoogst. De instroom van deze korte opleiding is meer dan verdubbeld.'

Daarnaast constateert de teamleider dat veel potentiële bedrijfsopvolgers ervoor kiezen om eerst ervaring op te doen in het werkveld, veelal als adviseur. 'Een goede praktijkgerichte agrarische hbo biedt dan een meerwaarde ten opzichte van de heao. Ondernemende agrarische afgestudeerden zijn gewild op de arbeidsmarkt.'

Ook het goede imago van de agrarische sector trekt jongeren aan. 'Onderschat niet hoeveel mensen de sector een warm hart toedragen. We zien een steeds grotere instroom van studenten die niet van de boerderij komen, maar daar wel affiniteit mee hebben of werkervaring in hebben.'

HAS Hogeschool

Ook HAS Hogeschool in Den Bosch en Venlo is enthousiast over het aantal aanmeldingen. De opleiding Dier- en veehouderij bleef weliswaar gelijk met circa 123 studenten, maar bij Tuinbouw en akkerbouw groeide het aantal studenten met 60 procent.

'Dit beeld is wel iets vertekend', zegt Toine Hattink, opleidingsdirecteur Tuinbouw en akkerbouw. 'We hebben ongeveer tien extra aanmeldingen binnengekregen vanuit het mbo. Dit omdat de opleidingsduur in het mbo is teruggebracht van vier naar drie jaar.'

Internationale variant

Desalniettemin ziet Hattink dat de populariteit van de opleiding Tuinbouw en akkerbouw al acht jaar stijgt. 'We hebben meer eerstejaars dan ooit. Boven op de instroom van 72 Nederlandse studenten ontvingen we ook nog eens dertig eerstejaars in de internationale variant. We zien ook een hernieuwde belangstelling van meisjes.'

De groei is volgens de opleidingsdirecteur te danken aan de gunstige arbeidsmarkt. 'Dat beseffen studenten. De wereld van groene hightech, ondernemerschap en internationale business is aantrekkelijker dan voorheen.'

Van Hall Larenstein

Van Hall Larenstein in Leeuwarden constateert eveneens een toename van het aantal tuin- en akkerbouwstudenten. 'Het is een kleine opleiding, maar we zien een verdubbeling van 14 naar 28 studenten', vertelt Bart Wezeman, adjunct-directeur Food & Dairy.

'Onze dier- en veehouderijopleiding blijft met 84 aanmeldingen redelijk stabiel, maar het aantal nieuwe studenten bij de tweejarige hbo-opleiding melkveehouderij stijgt van 34 naar 40. Dit komt door het succes van de nieuwe opleiding Biologische Melkveehouderij.'

Duurzame toekomst

Volgens Wezeman beseft een groeiende groep potentiële bedrijfsopvolgers dat de toekomst van de landbouw een duurzame toekomst is. 'Ze willen bewust omgaan met de bodem, het voer en de dieren. Dit vergt een andere bedrijfsvoering.'

Het arbeidsperspectief van jongeren die afstuderen aan een agrarische hogeschool is goed. 'Het percentage werkloosheid ligt op 2 procent. Bijna iedereen krijgt een baan', weet de adjunct-directeur. 'De agrarische sector is een wezenlijk onderdeel van de nationale economie. Er is veel behoefte aan agrarisch specialisten in de periferie. Het aantal banen is groter dan het aantal studenten dat jaarlijks afstudeert.'