Rechter geeft melkveehouders gelijk bij fosfaatreductie

De rechter deed woensdag uitspraak in de kort gedingen van drie groepen melkveehouders tegen de Staat. Die vinden dat ze, net als zes veehouders afgelopen voorjaar, recht hebben op een uitzonderingspositie omdat ze hun bedrijf hebben uitgebreid maar nu de stal niet kunnen vullen.

Het vonnis erkent, net als in mei, de positie van deze knelgevallen. De rechter stelt dat de overheid hen individueel moet beoordelen volgens de zogenoemde lichte toets van RVO.nl. Als ze aan de toets voldoen, volgt vrijstelling van de fosfaatreductieregeling.

Beoordeling in toets

De lichte toets oordeelt of melkveehouders voldoen aan de eis dat ze zijn gegroeid in overeenstemming met de Wet verantwoorde groei melkveebedrijven en de AMvB Grondgebonden groei melkveehouderij. Daarnaast wordt vastgesteld of er werkelijk onomkeerbare investeringsverplichtingen zijn aangegaan vóór de peildatum van 2 juli 2015.

Bij het oordeel heeft meegewogen dat het ministerie van EZ geen knelgevallenregeling heeft voor dergelijke situaties. Volgens de voorzieningenrechter had de Staat moeten zorgen voor een 'deugdelijke knelgevallenvoorziening'.

Beoordeling

Voor melkveehouders die al zijn beoordeeld, gaat de buitenwerkingstelling direct in. De anderen moeten zelf een 'genoegzaam onderbouwde' aanvraag indienen voor een lichte toets. De rechter wil dat die dan binnen twee weken is afgehandeld.

Intussen is het wachten op de uitspraak in het hoger beroep dat de Staat instelde tegen het vonnis in mei. De behandeling zal pas plaatsvinden op 18 september, de beslissing is niet voor medio oktober te verwachten.