'Groei uienexport zit in Azië en Afrika'

Volgens Moerdijk moet de Nederlandse uiensector de komende jaren vooral anticiperen op minder afzet in Europa en meer op onverwachte afzetkansen naar overzeese bestemmingen. Tijdens de Themadag Uien van Landbouwbeurs Noord- en Centraal Nederland (LNCN) in Dronten was de handelaar vorige week gevraagd om zijn visie op de uienexport voor de komende vijf jaar te geven.

'Een hele uitdaging', volgens Moerdijk. 'In de uienhandel worden we vaak verrast omdat we nog geen vijf weken of zelfs vijf dagen goed vooruit kunnen kijken.' In een poging om toch wat trends te schetsen ging hij vooral in op de positie van de Nederlandse uiensector ten opzichte van de internationale concurrentie.

Spanje

De afname van het exportaandeel van de Europese Unie wijt de handelaar en exporteur onder meer aan de opkomst van de uienteelt in landen als Spanje, maar ook Duitsland, Frankrijk en België.

Moerdijk laat in een grafiek zien dat tien jaar geleden nog 45 procent van de Nederlandse uien zijn bestemming vond in Europa. Inmiddels is dat minder dan 30 procent. 'Het betreft voornamelijk export die na de jaarwisseling plaatsvindt.'

Bevolkingsgroei

De grootste groeipotentie voor de uienmarkt is volgens Moerdijk te vinden in Azië en Afrika. 'Daar is de grootste bevolkingsgroei en ook daar neemt het belang van uien als voedingsgewas alleen maar toe. Op die markten moeten we proberen om onze goede positie te handhaven en dus onze concurrenten voor te blijven.'

De klimaatverandering wereldwijd is voor de Nederlandse uiensector eerder een kans dan een bedreiging, oordeelt de uienhandelaar. Door mislukte teelten vanwege extremere weersomstandigheden zal het vaker voorkomen dat er gaten ontstaan in de markt en daar kunnen Nederlandse handelaren van profiteren.

Investeren in logistiek

'We zullen daarvoor nog meer moeten investeren in logistiek. Als we inderdaad moeten anticiperen op onverwachte afzetkansen naar verre bestemmingen, dan is het van belang dat we flexibel zijn en snel kunnen leveren als dat nodig is.'

Of Nederland erin slaagt om zijn positie als exportland voor uien verder uit te bouwen, staat of valt met de ontwikkeling van de kwaliteit. Moerdijk juicht het toe dat in het grote onderzoeksprogramma van de Nederlandse uiensector via Holland Onion Association vrijwel volledig wordt ingezet op een betere kwaliteit van de Nederlandse ui. 'Dat onderzoek is de doping voor de export van uien.'

Kwaliteit

De kwaliteit in de teelt is volgens de uienhandelaar uiteindelijk bepalend voor de kwaliteit van Nederlandse uien in de export. Hij gaat ervan uit dat telers via precisielandbouw en andere teeltsystemen er alles aan zullen doen om steeds weer de beste uien te telen voor de afzet naar verre bestemmingen.

Moerdijk vindt ook dat er ten aanzien van de kwaliteit van de uien nog veel kan verbeteren bij de pakstations. 'Wij mogen als handel best de hand iets meer in eigen boezem steken. Als ik kijk naar de verwerking van uien, dan zie ik nog veel dingen die beter kunnen. Het gaat dan bijvoorbeeld om valhoogtes of onnodige bochten en hoeken in verwerkingslijnen.'

Optisch sorteren

In navolging van veel groentesoorten en bijvoorbeeld appels en peren pleit Moerdijk ook voor uien naar de mogelijkheid van optisch sorteren. 'Het is veel waard dat we onze producten kunnen beoordelen op de interne kwaliteit.'