'Als landbouwbeurs werken we volledig onafhankelijk'

Mark Brantjes, zelf akkerbouwer en pluimveehouder in Beverwijk, in provincie Noord-Holland, is anderhalf jaar voorzitter van Landbouwbeurs Noord- en Centraal-Nederland (LNCN) in Emmeloord.

Hoe bevalt het voorzitterschap?

'Heel goed. We hebben een goed functionerend dagelijks bestuur waarin iedereen zijn eigen taken heeft. Veel zaken handelen we telefonisch af. Ik hoef maar een paar keer per jaar fysiek aanwezig te zijn in Emmeloord en dat past prima in combinatie met mijn eigen landbouwbedrijf.'

Hoe staat LNCN er financieel voor?

'We zijn niet ontevreden. Na het wegvallen van Productschap Akkerbouw raakten wij zo'n 40 procent van ons budget kwijt. Nu zijn we voor onze inkomsten vooral afhankelijk van de contributie van onze 850 leden en de opbrengsten van de themadagen. De contributie is verhoogd van 25 naar 30 euro per jaar. Aan de uitgavenkant doen we het wat zuiniger aan.'

Jullie ontvangen geen extra bijdragen van organisaties of bedrijven?

'Nee, dat klopt. We zijn volledig onafhankelijk. Iedereen betaalt bij ons 30 euro per jaar. Dat geldt voor telers, maar ook voor bedrijven of belangenorganisaties. Het principe van de beursvereniging is dat iedereen mee kan doen en dat elk lid ook evenveel inspraak heeft op het beleid en het reglement.'

Wat is het belang van een goede landbouwbeurs?

'In de praktijk wordt veel handel gedaan op basis van onze noteringen. Het belang daarvan is af te meten aan de emoties die noteringen soms losmaken. Volgens mij heeft het als ondernemer altijd waarde om te weten wat de producten waard zijn die je wilt kopen of verkopen.'

Functioneert de beurs naar tevredenheid?

'Onze noteringscommissies functioneren voor een groot deel autonoom en passen, in overleg met het bestuur, zelf tussentijds de regels aan voor het noteren, mocht dat nodig zijn. Dit gebeurt binnen de kaders van ons algemeen reglement. Als bestuur zetten we de koers uit en bespreken die met onze leden.

'Wat altijd beter kan, is het melden van transacties door telers. We proberen dat op allerlei manieren te stimuleren, maar blijven vooral afhankelijk van de handel en van de transacties die organisaties als BO Akkerbouw en Frugi Venta aan ons doorgeven.'

Hoe gaat LNCN om met de tegengestelde belangen aan de noteringstafels?

'De sfeer tijdens het noteren is goed. Het is waardevol dat we met telers, handelaren en verwerkers samen komen tot objectieve en betrouwbare noteringen. Een goed reglement is de basis om onnodige discussies te vermijden.'

Is het afketsen van een landelijke notering voor fritesaardappelen nog een grote teleurstelling?

'Het is jammer dat er geen oplossing is. Eén landelijke fritesnotering is voorlopig nog een verre stip aan de horizon. Als LNCN hebben we twee jaar geleden bewust gekozen voor opsplitsing van de notering. Daar is vooral vanuit het zuidwesten van het land veel kritiek op gekomen, maar onze leden en wij als bestuur vinden de duiding nu veel beter. Bovendien is het splitsen van noteringen helemaal niet zo uitzonderlijk. Kijk maar naar tarwe, peen en uien.'

Zijn er nog nieuwe ontwikkelingen?

'Uit onderzoek blijkt dat jonge akkerbouwers de landbouwbeurs waarderen, maar ook dat ze behoefte hebben aan meer realtimeprijsinformatie. Wij zijn aan het nadenken over hoe daaraan invulling is te geven. Verder streven we net als bij fritesaardappelen naar een landelijke notering voor uien. Daarover zijn al gesprekken gaande, maar het is nog te vroeg om er nu al iets over te zeggen.'