‘Sneeuwschimmel vraagt T3-bespuiting’

Han ReindsenDoor het koude en natte voorjaar zijn er dit jaar op percelen wintertarwe relatief meer aantastingen van sneeuwschimmel. Sneeuwschimmel kan in tarwe zowel op het blad als in de aar voorkomen. Een aantasting kan een behoorlijke opbrengstderving geven.
Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw (SPNA) doet op de proefboerderijen Ebelsheerd en Kollumerwaard instapproeven voor schimmelbestrijding. SPNA heeft er onbehandelde en standaardobjecten liggen. Fabrikanten van gewasbeschermingsmiddelen en handelaren hebben objecten ingediend om middelencombinaties te testen.
‘In de proef liggen verschillende strategieën en spuittijdstippen van meerdere fabrikanten. Het is een brede proef, die goed inzicht geeft in de mogelijkheden. Telers kiezen veelal voor twee bespuitingen en afhankelijk van het seizoen soms voor drie à vier keer. Het aantal bespuitingen is vaak een discussiepunt onder telers’, zegt SPNA-onderzoeker Jaap van ‘t Westeinde.
WPA-Robertus en Syngenta hebben elk één object. BASF heeft drie objecten met drie spuitschema’s: T1+T2, T0 +T1+T2 en T0+T1+T2+T3. Bij deze objecten gaat het om Opus Team (T0), Adexar/Daconil (T1), Ceriax (T2) en Osiris (T3). Dit groeiseizoen is een goed jaar gebleken om middelenschema’s te vergelijken. Gele roest, septoria, sneeuwschimmel en fusarium komen voor.

Verschillen

Na de warme dagen van vorige week is het tarwegewas flink aan het afrijpen en zijn de verschillen tussen de objecten minder groot dan een week eerder. Nog steeds is te zien dat zowel de drie- als viervoudige bespuitingen met Adexar op T1 er relatief goed uitzien.
‘Inzet van Adexar geeft dit jaar het verschil. Een tweevoudige bespuiting is met Adexar soms beter dan een viervoudige zonder’, constateert Westhoff.
De toegevoegde waarde van een extra T3-bespuiting was dit jaar in eerste instantie niet te zien. Vorige week wel. ‘Een viervoudige bespuiting is 40 tot 60 euro per hectare duurder dan gangbaar. Of zo’n ‘Rolls-Royce-bespuiting’ uit kan, moet de opbrengstbepaling duidelijk maken’, zegt Westhoff, die denkt dat het een extra opbrengst van 300 kilo per hectare kan opleveren.
Westhoff laat op het proefveld op Kollumerwaard zien dat sneeuwschimmel op bladeren onregelmatige bleekgroene waterige vlekken veroorzaakt, die later bruin verkleuren. Door voortgaande schimmelgroei ontstaan er grote vlekken, wat tot bladsterfte leidt. Het enige wat nog groen blijft, is de stengel.
Bij objecten met een goede gewasbescherming is soms een aangetaste stengel te zien, terwijl het vlagblad nog groen is. ‘Dat komt door de schaduwwerking van het vlagblad bij het spuiten. De middelen kunnen hun werk goed doen, maar met een aangepaste spuittechniek moeten we ze op de goede plek zien te krijgen’, vertelt Westhoff.
Sommige telers vinden het lastig om sneeuwschimmel van septoria te onderscheiden. ‘Sneeuwschimmel begint als een rond vlekje, terwijl septoria met de nerf meeloopt’, legt Westhoff uit.
Er is nog een verschil: sneeuwschimmel heeft als optimumtemperatuur 17 graden Celsius en septoria boven 20 graden Celsius. ‘Als het 15 graden Celsius is, kun je ervan uitgaan dat het sneeuwschimmel is en boven 20 graden Celsius septoria.’