Gezonde boerenstand onmisbaar voor platteland

Collega's uit heel Europa kregen een kijkje in de keuken van de Nederlandse land- en tuinbouw. Over de echte problemen werd helaas niet gesproken.
We gingen onder meer langs bij Koppert Biological Systems in Berkel en Rodenrijs. Ook brachten we een bezoek aan mestverwerkingsinstallatie Groot Zevert in Beltrum. Hoewel we een aantal prachtige bedrijven te zien hebben gekregen, was ik verrast dat er tijdens de aansluitende Landbouwborrel in het Mauritshuis enkel Engels werd gesproken. Niet alleen door de ministers, maar door alle aanwezigen. Dat is opmerkelijk omdat vrijwel alle Europarlementariërs in Brussel in hun moedertaal spreken, zo ook de Poolse voorzitter van de Landbouwcommissie Czeslaw Siekierski. Waar is de trots op onze eigen identiteit gebleven?
Ook viel het mij op dat er tijdens het bezoek voornamelijk werd gesproken over markt en innovatie. Natuurlijk is innovatie belangrijk, maar zeker niet het belangrijkste. Wat veel meer aandacht had moeten krijgen, is de slechte financiële situatie waarin veel boeren op dit moment verkeren. Een kwestie die ik zelf in Brussel al vaak naar voren heb gebracht.
Dat zeker 40 procent van de melkveehouders niet meer aan de betalingsafspraken kan voldoen en dat het water bij 70 procent van de varkenshouders tot aan de lippen staat, zijn zaken waar het op dit moment echt om draait. Het bezoek van de delegatie is dan ook een gemiste kans geweest om te spreken over de echte problemen aan de boerenkeukentafel.
Het gebrek aan aandacht voor de sociaaleconomische gevolgen van de huidige crisis voor familie- gezinsbedrijven, werd onlangs ook weer duidelijk toen Jan Huitema een rapport over innovatie presenteerde. In mijn voorstellen om een deel van de innovatiegelden naar familie/gezinsbedrijven te laten stromen, werd ik niet door hem gesteund. Dat is jammer, want zonder een gezonde boerenstand is er geen leefbaar platteland.