Een op vijf naar winkel op erf

Tienke WoudaDe aantrekkingskracht van boerderijwinkels, in totaal zo’n 1.450, ligt voor de meeste consumenten in de versheid, betaalbaarheid en gezondheid van de producten. Mensen komen vooral naar de boerderijwinkel voor aardappelen, groente, fruit en zuivel. Ze hebben daarbij een voorkeur voor onverpakte producten. Vaste klanten van boerderijwinkels vinden daarnaast ook diervriendelijkheid belangrijk.
Een deel van de ondernemers heeft echter maar beperkt inzicht in wie hun klanten zijn, geeft Wageningen UR in het onderzoek aan. Volgens Wageningen UR doen de eigenaren van boerderijwinkels er goed aan om voor de inrichting van de winkel vier groepen consumenten voor ogen te houden: ten eerste haastige consumenten die niet bereid zijn ver te reizen, en relatief weinig tijd besteden aan hun bezoek.
De minimalistische consumenten komen maar weinig en blijven kort, voor de recreatieve mensen is winkelen een uitje. Ze doen vaak impulsaankopen.
Ten slotte zijn de liefhebbers op zoek naar bijzondere producten en. Het gaat om trouwe klanten die vaak terugkomen en de hoogste besteding hebben.
Boerderijwinkeleigenaren vinden het bovendien lastig om inzicht in het rendement van hun winkel en producten te bepalen. Wageningen UR stelt dat met een overzichtelijke inrichting de verkoop in de boerderijwinkel toeneemt. ‘Het kan het verschil zijn tussen krappe en ruime marges aan het einde van de maand.’
De eerste dertig seconden wanneer een klant binnen is, zijn het belangrijkste. ‘Daarom is het geen goede plek om net over de drempel producten te verkopen. De beste plek voor producten is op ooghoogte. Zorg bovendien voor een route door de winkel, want klanten hebben beperkte energie.’
Met bijverkoop kan de ondernemer bovendien tot 5 procent extra omzet genereren.
Ook daar valt volgens Wageningen UR nog aan te werken door boerderijwinkeleigenaren. ‘Koopt een klant vlees voor de barbecue, biedt dan eigengemaakte sausen aan. Leg impulsartikelen als minikaasjes uit de regio bij de kassa.’