Project toont meerwaarde geteld pootgoed

Gevolg is dat er minder restpartijen van pootgoed overblijven. Juist het gesleep met deze partijen levert in de praktijk fytosanitaire risico's op.

Dat is een conclusie van een tweejarig onderzoeksproject dat de werkgroep consumptieaardappelen en uien van LTO heeft uitgevoerd om het tellen van knollen te vergelijken met de levering van pootgoed op basis van gewicht en bepaalde maatsortering.

Bij het project 'Knollen tellen' is ook de LTO werkgroep Pootaardappelen betrokken met daarin vertegenwoordigers van handelshuizen en van afnemers.

Praktijk oppikken

LTO-bestuurder Anton de Wit gaf gisteren tijdens een Aardappelavond van LTO Noord in Zuid-Beijerland uitleg over het project. Hij vertelt dat de meerwaarde van knollen tellen is aangetoond en dat het nu aan de markt is in hoeverre dit door de praktijk wordt opgepikt.

'Het tellen van knollen zal het pootgoed iets duurder maken. Het moet nu blijken of de praktijk die meerprijs wil betalen', aldus De Wit. Op dit moment biedt in elk geval fritesverwerker Aviko zijn telers al de mogelijkheid om geteld pootgoed af te nemen.

Nauwere maatsortering

Voor het onderzoeksproject heeft een landbouwstudent de resultaten van geteld pootgoed vergeleken met pootgoed op gewicht en maat geleverd. Hij kwam onder meer tot de conclusie dat het beperken van een resthoeveelheid pootgoed ook deels bereikt wordt met een nauwere maatsortering van het afgeleverde product.

Overigens bleek de helft van alle pootgoedmonsters die voor het onderzoek zijn doorgemeten meer dan 5 procent bovenmaatse poters te bevatten. Vanwege deze bevinding gaat keuringsdienst NAK pootgoed strenger controleren op maatsortering.