Opvolger voor Lavett als biobaktarwe

Biologische akkerbouwers zijn voor de teelt van baktarwe voornamelijk afhankelijk van het relatief oude ras Lavett. Voor aanvulling op het rassensortiment startten Agrifirm Plant en het Louis Bolk Instituut (LBI) samen met de bakkersbedrijven Zonnemaire en Verbeek het project ‘Eko Zomertarwerassen’.

Deze week konden biologische graantelers tijdens een bijeenkomst op het proefveld twintig rassen bekijken. Onderzoeker Edwin Nuijten van LBI gaf een toelichting.

Gele roest

Nuijten meldt dat de rassen onder meer worden getest op gele roest en septoria, op de stevigheid van het stro en de vroegheid van afrijping. Na de oogst volgt een opbrengstmeting. Daarna beoordelen de bakkers de meest veelbelovende rassen op hun bakwaarde.

‘De rassen in deze proef zijn afkomstig uit heel Europa’, vertelt Nuijten. ‘Met name de Engelse rassen Alderon en Mulika lijken interessant vanwege hun gezondheid. Dit zijn wel rassen die normaal pas eind augustus oogstrijp zijn en dat is aan de late kant.'

'Agrifirm heeft veel vertrouwen in AF02, een ras met kort stro dat vorig jaar goed stond in een demoproef. Verder komen uit Polen en Tsjechië de rassen Arabella en Septima die het goed doen en die we willen blijven volgen.’

Behoorlijke vraag

Op de Broekemahoeve heeft Agrifirm Plant ook een proefveld aangelegd met wintertarwerassen die biologisch worden geteeld. Met name Tataros en Julius zijn vanwege hun bakkwaliteit redelijk geschikt voor baktarwe.

Knelpunt bij de biologische teelt van wintertarwe is de grotere behoefte aan stikstof en de onkruidbestrijding. Onkruid krijgt in wintertarwe vooral bij vroege inzaai meer kans om zich al in het najaar te ontwikkelen.

· Lees meer hierover morgen in Nieuwe Oogst