'Koprot door matige bedrijfshygiëne'

Wat kunnen telers en verwerkers doen om de kans op infecties van koprot te verminderen?

‘Wij hebben sterk de indruk dat bedrijfshygiëne tot nu toe onderbelicht is. Wij gaan ervan uit dat telers en verwerkers de ziektedruk beïnvloeden door hygiënemaatregelen te nemen. Zij kunnen bijvoorbeeld zorgen dat bij het afleveren stof en vellen niet wegwaaien. Wij adviseren dan ook om vrachtwagens bij transport af te dekken. En verder om onverkoopbare uien niet op het land uit te rijden maar af te voeren. Uientelers die afvalhopen aanleggen met uienresten doen er goed aan om deze hopen voor een periode van minimaal drie jaar af te dekken.’

Wat is in de teelt mogelijk om koprot tegen te gaan?

‘Wij adviseren over hun rassenkeuze in relatie tot het perceel, de juiste bemesting en het beperken van kwaliteitsverlies. Zo weten wij uit de praktijk dat de teelt van uien met een dunne nek en voldoende lang klappen zeker een positief effect heeft op het voorkomen van koprot. Misschien is helemaal niet meer loofklappen zelfs een betere oplossing. In het buitenland gebeurt dat ook al.’

Is er een chemische oplossing voor koprot?

‘Het huidige middelenpakket is niet toereikend. Op probleempercelen kunnen telers aantastingen nog niet voorkomen met bespuitingen. Wij pleiten ervoor dat toelatingshouders hun best doen om middelen op de markt te brengen met een betere werking tegen koprot. Samen met een betere bedrijfshygiëne kan dit een oplossing zijn om koprot te beheersen.’

· Lees morgen het complete interview in Nieuwe Oogst.