Draijer: 'LTO voorbeeld bij energieakkoord'

Draijer ging gisteren tijdens de ledenraadsvergadering in Putten in gesprek met de ledenraad van LTO Noord. Aan de hand van het Energieakkoord ging hij in op de positie en de rol die instituties in de samenleving innemen en wat zij kunnen doen om in de toekomst een waardevolle bijdrage aan Nederland te kunnen leveren.

Geven en nemen

Waarom illustreert het Energieakkoord de rol die instituties kunnen vervullen?

‘Het Energieakkoord is een mooi voorbeeld van een akkoord waarbij veel verschillende belangengroeperingen tot een integrale agenda zijn gekomen. Zonder het akkoord zou elke organisatie alleen zijn eigen belang verdedigen.

'Het zou een moeilijker voorspelbaar proces zijn geweest. Tegelijkertijd moeten organisaties die meedoen aan zo’n overleg zich realiseren dat compromissen worden gesloten. Niet alles wat jij als organisatie wenst, kan een-op-een op in het akkoord komen. Het is een kwestie van geven en nemen.’

Uniek akkoord

Zullen in de toekomst meer van dergelijke akkoorden door de SER worden gesloten?

‘De SER heeft bij het Energieakkoord een ondersteunende rol gespeeld. Sinds het akkoord zijn allerlei onderwerpen genoemd die zich eveneens lenen voor een nationaal akkoord. Toch denk ik dat het Energieakkoord redelijk uniek is.

'Maar als het gaat om het betrekken van brede maatschappelijke organisaties bij de totstandkoming van adviezen, zou ik zeggen: altijd doen. Dat is overal toepasbaar en het hoeft echt niet altijd tot zo’n breed en allesomvattend akkoord te leiden.’

Haagse politiek

Kunnen instituties en belangenbehartigers als LTO Noord hiermee hun invloed richting Haagse politiek versterken?

‘Ik denk het wel. Zo’n integraal akkoord biedt de mogelijkheid aan veel partijen om mee te doen. Maar realiseer je wel dat uitruil van wensen of standpunten soms nodig is om tot een unaniem akkoord te komen.

'Organisaties zullen zelf steeds de afweging moeten maken of ze rechtstreeks bij de politiek willen lobbyen of dat ze proberen in overlegorganen samen met andere organisaties tot overeenstemming te komen.’

Eindgebruikers

Wat kunnen instituties meer doen om een waardevolle bijdrage aan Nederland te geven?

‘Ik heb één les voor de SER getrokken: denk bij alles wat je doet aan de relevantie ervan voor je eindgebruikers. Niet alleen de SER, maar iedere institutie zou dit moeten meenemen in zijn overwegingen.’

LTO als voorbeeld

Hoe kijkt u daarbij aan tegen de rol van de agrarische sector?

‘Wat ik heel mooi vond, is dat LTO een heel ambitieuze insteek koos bij het Energieakkoord. Zij zag het akkoord als een kans om zich ambitieus en betrokken op te stellen. Zij kwam met eigen plannen voor energiebesparing en energieopwekking.

'Ik vind het een mooi voorbeeld van hoe een sector zich positief kan profileren door zelf het stuur in handen te nemen. Het is bovendien makkelijker een ambitieuze partij iets te gunnen dan een partij die steeds aan de rem hangt.’