Nederland wil duidelijkheid van EU over arbeidsmigranten

Van Hijum wil dat er paal en perk wordt gesteld aan mensen van buiten de EU die via een ander Europees land worden geworven om direct in Nederland aan het werk te worden gezet. Deze constructie wordt volgens de minister gebruikt om Nederlands toelatingsbeleid voor arbeidsmigranten van buiten de EU te omzeilen. Dit leidt vaak tot misstanden.

In 2023 werden 23.000 derdelanders van buiten de EU via een bedrijf vanuit een andere EU-lidstaat gedetacheerd naar een Nederlands bedrijf. Ook zouden deze derdelanders via de Nederlands regels nooit worden toegelaten om hier te werken.

Meer grip krijgen

'De inzet op het tegengaan van oneigenlijke detachering van derdelanders is onderdeel van de bredere inzet van dit kabinet om meer grip te krijgen op arbeidsmigratie en een einde te maken aan de misstanden', schrijft Van Hijum in een persverklaring. 'Op mijn initiatief roep ik, samen met collega's uit andere EU-lidstaten, de Europese Commissie op om de regels rondom de detachering van derdelanders te verduidelijken en de gezamenlijke handhaving via de ELA te versterken.'

Detachering is een onderdeel van het vrij verkeer van diensten binnen de EU. Ook derdelanders kunnen op grond hiervan worden gedetacheerd van de ene naar de andere EU-lidstaat. Maar in de praktijk is vaak sprake van oneigenlijk gebruik en schijnconstructies, staat in de verklaring van het ministerie.

Onduidelijk

Een derdelander wordt dan bijvoorbeeld vanuit een andere EU-lidstaat naar Nederland gedetacheerd, zonder eerst in de andere EU-lidstaat te hebben gewerkt. Van Hijum vindt dat de Europese regels onduidelijk en moeilijk handhaafbaar zijn. Lidstaten passen de regels verschillend toe. Zo is het onduidelijk hoelang mensen in een EU-lidstaat moeten hebben gewerkt voor ze mogen werken in een ander land.

Gedetacheerde derdelanders zijn bovendien extra kwetsbaar voor misbruik, stelt de minister, omdat zij vaak afhankelijk zijn van hun werkgever voor hun verblijfs- en werkvergunning. Misbruik en oneigenlijk gebruik van de detacheringsroute wil het Nederlandse kabinet tegengaan, omdat dit leidt tot oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden, gebrekkige bescherming van kwetsbare werknemers en omzeiling van het Nederlandse toelatingsbeleid. Duidelijke regels moeten volgens het kabinet hand in hand gaan met goede (grensoverschrijdende) handhaving, in samenwerking met een sterke Europese Arbeidsautoriteit.

België, Denemarken, Duitsland, Italië, Luxemburg en Letland steunen de oproep van Nederland. Volgens deze landen moet de Europese Commissie een beslissing nemen of en hoe de regels worden aangepast.