FrieslandCampina past ledenfinanciering aan

De nieuwe ledenfinanciering is nodig om de kwaliteit van het eigen vermogen van de organisatie op te krikken. Ook de verhandelbaarheid van de eigen vrije obligaties is volgens de zuivelcoöperatie niet in balans. Er zijn momenteel meer verkopers dan kopers.

Verder wil FrieslandCampina de scheefgroei van ingebracht kapitaal verminderen. Een deel van de vooral oudere leden heeft veel kapitaal per kilo melk in de onderneming geïnvesteerd, terwijl anderen veel minder kapitaal hebben ingelegd. Bij winst krijgt die laatste groep wel de volledige contante nabetaling uitgekeerd.

Leveringscertificaten

In het nieuwe financieringsmodel moeten leden leveringscertificaten kopen. Deze worden gekoppeld aan de hoeveelheid melk die het lid aan de coöperatie levert. Vooral voor jonge leden, die net het bedrijf hebben overgenomen en vaak met hoge financieringslasten zitten, is dat een probleem. Dat bleek tijdens de ledenbijeenkomsten en het voorstel is daarom op dat punt aangepast.

In plaats van een lening waarover rente moet worden betaald, kunnen ze nu gebruik maken van een rentevrije uitgestelde betaling. Die wordt in twaalf jaar terugbetaald, deels gefinancierd uit de jaarlijkse contante nabetaling door de coöperatie.

Verhandelbare obligaties

De problemen ten aanzien van de verhandelbare obligaties zullen in eerste instantie zelf door de actieve leden worden opgelost. FrieslandCampina noemt dat een coöperatieve oplossing: bij een dreigend vastlopen van een handelsdag lossen de actieve leden de verhandelbaarheid van ledenobligaties-vrij samen op. Die handelsdag wordt een aantal keer per jaar door de coöperatie gehouden. Het betreft een interne obligatiehandel tussen leden en oud-leden.

Ze kopen dan met ingehouden melkgeld ledenobligaties-vrij op, die ze vervolgens weer als ledenobligaties-vast uitgekeerd krijgen. Deze obligaties komen pas vrij als het lidmaatschap wordt beëindigd. Ingroeiers en bedrijfsopvolgers worden hierbij overigens deels ontzien.

Deze coöperatieve oplossing kan maximaal drie keer voor een maximaal bedrag van 25 miljoen euro worden ingezet in een opeenvolgende periode van twee jaar. Als het maximum van drie keer wordt bereikt, gaat het bestuur andere opties uitwerken om te voorkomen dat de interne markt vastloopt.

Reserveringsbeleid

Het voorgestelde reserveringsbeleid blijft ongewijzigd. Als er winst wordt gemaakt, gaat daarvan 60 procent naar het eigen vermogen. De overige 40 procent wordt als prestatietoeslag uitgekeerd aan de leden. De nieuwe aanpassingen worden de komende weken opnieuw aan de leden voorgelegd. De ledenraad beslist op 16 juni of hij met de nieuwe ledenfinanciering akkoord gaat.