Droogte in lente drukt Duitse oogst wintergerst

Dit blijkt uit het eerste oogstrapport van de Duitse Boerenbond (DBV) op basis van de tot nu toe geoogste hoeveelheden wintergerst. De dorsresultaten bevestigen de verwachte lagere opbrengsten in veel regio's die kunnen worden toegeschreven aan de droogte in maart en april en de vorst in mei. De regen in mei en juni kwam voor de wintergerst te laat.

Het oogstvolume komt dit jaar ongeveer uit op het gemiddelde van de periode 2015-2019. Maar met een daling van 9 procent of 900.000 ton ligt het resultaat aanzienlijk onder de 9,8 miljoen ton van vorig jaar. Dit resultaat komt door een kleiner areaal van 1,32 miljoen hectare (2,3 procent minder dan in 2019) en lagere hectareopbrengsten van 6,7 ton (7 procent lager dan in 2019).

Weersomstandigheden

De opbrengsten van wintergerst zijn door de jaren heen zeer heterogeen, constateert de DBV. Ze zijn afhankelijk van de hoeveelheid en verdeling van neerslag, de kwaliteit van de bodem en dus het waterretentievermogen van de grond. De voortgang van het oogstwerk is ook heel anders. De weersomstandigheden van de afgelopen twee weken hebben boeren er herhaaldelijk toe gedwongen pauzes te nemen tijdens het oogsten.

De Duitse boeren hopen de komende weken op droge weersomstandigheden, zodat de oogst van graan en koolzaad snel vordert. Vooral wintertarwe verliest kwaliteit als de rijpe gewassen worden blootgesteld aan herhaaldelijke neerslag en daarom niet kunnen worden geoogst.