Roofmijten werken ook buiten tegen trips

'Het is een moeilijke puzzel', verklaart Frank Druyff van Koppert Biological Systems de geïntegreerde bestrijding van probleeminsecten in open teelten. 'Zoals het nu lijkt, kunnen we met de inzet van natuurlijke roofvijanden wel iets bereiken in gewassen als kool en uien. Maar een aanvullende bestrijding met selectieve middelen blijft vooralsnog nodig.'

Druyff sprak onlangs op de Kooldag van Bejo Zaden in Heerhugowaard over de eerste bevindingen van een project dat Koppert afgelopen jaar startte om te bekijken in hoeverre het mogelijk is om met natuurlijke roofvijanden trips te bestrijden in open teelten. In uien, prei, sluitkool en spruiten zijn in verschillende objecten drie soorten roofmijten getest op hun werking tegen vooral de tabakstrips.

Niet onder drempelwaarde

'Na uitvoerig tellen en monitoren is een belangrijke conclusie dat in de objecten waar roofmijten zijn uitgezet, daadwerkelijk minder trips zijn te vinden', meldt Druyff. 'Het is ook duidelijk dat we alleen met roofmijten nog niet onder de schadedrempel blijven en dat de drie soorten roofmijten die wij uittesten, zich niet vestigen in een gewas. Ze bouwen geen populatie op. Een toediening van de roofmijten moet dus worden herhaald.'

In het project besteedt Koppert veel aandacht aan de toedieningstechniek van roofmijten in de open teelten. Druyff legt uit dat handmatig uitzetten geen optie is vanwege de arbeidsintensiteit en de kosten. 'Onze technische mensen hebben een soort spuitboom ontwikkeld waarmee we de roofmijten kunnen doseren op zo'n vijfhonderd per vierkante meter. Deze boom heeft nu een werkbreedte van 18 meter. Dat willen we uiteindelijk opvoeren tot zo'n 45 meter.'

Invloed rassenkeuze

De komende jaren gaat Koppert samen met andere onderzoeksinstellingen verder met het project in de genoemde gewassen. Druyff: 'We willen in elk geval ook kijken naar de effecten van de bemesting en het voorkomen van stress in de teelt. Verder zijn we benieuwd naar de invloed van de rassenkeuze en misschien is het een optie om pas later in de teelt te beginnen met de inzet van roofmijten en dan in een hogere dosering.'

Druyff waarschuwt ervoor dat het nog wel even kan duren voordat er een pasklaar antwoord beschikbaar is voor een effectieve geïntegreerde bestrijding van probleeminsecten in de open teelten. 'Dat heeft tijd nodig. In de sierteelt heeft het ook dertig jaar geduurd en ook daar zijn er nog weleens onaangename verrassingen. We hebben de overtuiging dat ook in buitenteelten de nuttige insecten een bepaalde plek krijgen. Wel blijft er behoefte aan goede selectieve middelen voor de ondersteuning. Al met al zien we dit als het begin van een mooie ontwikkeling.'