SeedNL verbetert zaadketen in Afrika

Behalve Plantum, de branchevereniging voor bedrijven uit de sector plantaardig uitgangsmateriaal, zijn de ministeries van Buitenlandse Zaken en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) bij het initiatief betrokken. Met SeedNL willen de deelnemende partijen de voedselzekerheid in ontwikkelingslanden verbeteren.

Volgens de ministers Carola Schouten van LNV en Sigrid Kaag van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is de zaaizaadketen in Afrikaanse en Aziatische landen niet goed georganiseerd. Hierdoor staat een rem op het gebruik van beter uitgangsmateriaal in deze gebieden.

Hogere productie

Als de keten beter wordt ingericht, leidt dit al snel tot een hogere productie, stellen de twee ministers. De publiek-private samenwerking SeedNL moet dit bewerkstelligen.

'Met goed uitgangsmateriaal kunnen de hectareopbrengsten in ontwikkelingslanden snel met tientallen procenten omhoog', zegt Bernard de Geus, de man die het initiatief gaat trekken. Hij was was voorheen onder andere werkzaam op het ministerie van LNV.

Volgens De Geus kunnen Nederlandse zaaizaad- en kweekbedrijven door hun kennis een grote bijdrage leveren aan de wereldwijde voedselzekerheid. 'Dat doen ze al, maar door gezamenlijk op te trekken, kan dat nog effectiever', verwacht hij.

'Gebrekkige zaaizaadwetgeving en de handhaving hierop is een van de problemen in ontwikkelingslanden. Dat schrikt bedrijven af om te investeren in zulke landen.'

Fraude

Fraude met zaaizaad komt door de gebrekkige organisatie van de keten herhaaldelijk voor. 'Boeren ontvangen ander zaad dan dat zij hebben besteld. Dat is niet alleen slecht voor hen, maar ook voor het imago van de leverancier.'

SeedNL moet hierin verandering brengen. 'De Nederlandse bedrijven van plantaardig uitgangsmateriaal vormen gezamenlijk een groep die met de steun van de overheid dit patroon kan doorbreken. In veel ontwikkelingslanden ontbreekt zo'n organisatie', zegt De Geus.

Ethiopië en Nigeria

SeedNL zal op basis van de lokale vraag bijdragen aan de beschikbaarheid en betaalbaarheid van goed zaaizaad. Daarbij ligt de focus in eerste instantie op de landen Ethiopië en Nigeria. 'In Ethiopië werken de bedrijven al samen en zitten elk half jaar met de Ethiopische minister van Landbouw om tafel. Dit willen we verder uitbouwen. Nigeria is daarentegen nog helemaal blanco', zegt De Geus.

In oktober start SeedNL formeel.