Preirassen niet in staat om potentie te laten zien

In deze rassenproef werden veertien rassen beproefd naar hun waarde voor levering aan de verwerkende industrie. In eerste instantie is hierbij een hoge opbrengst van prei met een voldoende fijn sortering van belang. Bij de oogst hadden de meeste rassen nog groeipotentieel, waardoor deze proef niet kon tonen wat de meeste rassen kunnen geven.

Onder de warme en droge omstandigheden van 2018 scoorden het kortere en grovere Megaton (Nunhems) en het typisch langere en fijnere Lington (Nunhems) het hoogst qua opbrengst. Het ras Krypton (Nunhems) volgde op korte afstand. Ook Fencer (Bejo), Comanche (Enza) en Jumper (Bejo) gaven een aan Krypton vergelijkbare opbrengst. De andere rassen scoorden een beduidend lagere opbrengst.

Opbrengst

Er werd een gemiddelde netto-opbrengst voor levering aan de industrie (lengte 50/50) genoteerd van 43 ton per hectare. Voor de lengte 70/30 werd een gemiddelde netto-opbrengst van 36,9 ton per hectare gehaald.

Pluston had zeer significant het hoogste gewichtsverlies bij het versnijden van 50/50 naar 70/30, terwijl Linkton het minst gewicht verloor. Autora, Gostar en Longtonen Megaton leverden het hoogste aantal percentage prei dunner dan 40 millimeter en Krypton gaf het hoogste aantal percentage prei dikker dan 40 millimeter.

Last van droogte

Er werd gezaaid op 23 maart en geplant op 20 juni op een afstand van 65 centimeter tussen de rijen op 9 centimeter in de rij. Er werd geoogst op 3 december, 24 weken na het planten. De prei had veel last van de droogte. Doordat er niet werd beregend, kwam de groei traag op gang. De opbrengsten waren dan ook matig voor een industrieteelt.