Spel om de macht op pootgoedmarkt
In de pootgoedsector is naar schatting 90 procent van de productie aan een handelshuis gebonden. Bij de teelt van fritesaardappelen is een dergelijke machtsverhouding over een jaar of tien ook mogelijk. LTO gaat kijken wat dit soort machtsverhoudingen voor gevolgen heeft voor de marktwerking bij pootaardappelen.
De LTO-werkgroep Consumptieaardappelen en Uien heeft de situatie ten aanzien van de marktwerking in de pootgoedkolom geanalyseerd. Aan de werkgroep Pootaardappelen en de LTO-vakgroep Akkerbouw is gevraagd om mee te denken over een mogelijk vervolg. Op 30 mei komen de betrokken bestuurders van de werkgroepen bij elkaar voor nader overleg.
Voor de teelt van consumptieaardappelen voor de verwerkende industrie leveren de fabrikanten pootgoed aan de teler, constateert de werkgroep Consumptieaardappelen en Uien. Er is nauwelijks nog sprake van het leveren van grondstoffen zonder dat die fabrikant het benodigde pootgoed levert voor het gecontracteerde areaal.
Kartelvorming
Henk van Geven (SP) stelde eind vorig jaar in de Tweede Kamer vragen over de marktwerking in de pootgoedhandel door fritesfabrikanten. Er werd gesuggereerd dat in de aardappelsector in Nederland en Noordwest-Europa sprake kan zijn van kartelvorming.
Er is eigenlijk sprake van soort gedwongen winkelnering
Van Geven wijst erop dat fritesfabrikanten alle pootaardappelen claimen die een licentie hebben en die geschikt zijn voor frites. Deze fritesfabrieken zouden deze pootaardappelen vervolgens aan boeren verkopen, die daarbij worden verplicht om de aardappelen aan die industrie te leveren. 'Er is dus eigenlijk sprake van een soort gedwongen winkelnering', stelt Van Geven.
Klachten
In de brief vraagt hij aan staatssecretaris Martijn van Dam van EZ of dit klopt en zo ja, wat hij daarvan vindt. Van Dam wijst erop dat bij klachten over kartelvorming niet het postadres van de regering moet worden gebruikt, maar dat van de Autoriteit Consument & Markt. Die kan dergelijke beweringen onderzoeken en zo nodig maatregelen nemen.
Naar aanleiding van de vragen in de Tweede Kamer heeft de werkgroep LTO Consumptieaardappelen en Uien een overzicht gemaakt van de belangen die elk van de vier schakels in de productiekolom (pootgoed, handelshuis, fritesfabriek en consumptie) voor de fritesfabriek heeft.
Licentierassen
De fritesfabrieken geven aan dat (ruim) 95 procent van het verwerkte volume bestaat uit licentierassen. Er wordt geconstateerd dat de nieuwe licentierassen beter presteren dan de oude vrije rassen. Er is een verschil of je uit een kilo aardappelen 500 gram frites snijdt of dat er 600 gram uit is te halen. Fabrikanten hebben daar groot belang bij en monitoren dergelijke prestatieverschillen.
Een ander aspect is dat fabrikanten geld (kunnen) verdienen aan de handel in pootgoed. De pootgoedteler ontvangt bijvoorbeeld 25 à 30 cent per kilo, terwijl de consumptieteler 40 à 55 cent betaalt. De verdeling van het verschil voor de tussenhandel is niet transparant. Handelshuis/kweekbedrijf en de verwerkende industrie hebben de pootgoedstroom in handen.
De planning van het rassenpakket en de daarbij horende pootgoedcontracten met de handelshuizen worden ruim voor de teelt van het pootgoed al afgesloten. Dat er precies volgens de geplande contracten kan worden geproduceerd, wordt vergemakkelijkt als de fritesfabrikanten alleen licentierassen gebruiken. Handelshuizen hebben het areaal pootgoed van die rassen volledig onder controle, constateert de werkgroep.
Prettige bijkomstighheid
Overigens beweren fabrikanten dat zij liever niet met de pootgoedhandel belast zijn. Een deel van de consumptietelers maakt zich echter liever geen zorgen over het pootgoed en zal het een prettige bijkomstigheid vinden dat de fabrikant voor de levering zorgt. De fritesfabrikant neemt de zorgen van de consumptieteler over.
Bovendien hebben fabrikanten de mogelijkheid om betere voorwaarden af te spreken met de handelshuizen dan in de Algemene Handelsvoorwaarden Pootaardappelen (AVP) zijn opgenomen. Beweerd wordt dat de vergoedingsfactor voor de schaderegeling gunstiger is dan in de AVP. Het is niet transparant of die betere vergoedingsfactor (deels) wordt doorgegeven aan de consumptieteler.
Financieel belang
Omdat de aardappelverwerkende industrie een financieel belang lijkt te hebben bij deze situatie en de handelshuizen met een beperkt aantal afnemers op de Nederlandse markt van doen hebben, lijkt het in hun belang om deze handelswijze voort te zetten. De werkwijze is bijna volledig op licentierassen gebaseerd en dat is in het belang van de handelshuizen.
De pootgoedtelers zien de handelshuizen als verlengstuk van hun bedrijf. De telers zijn vooral vaktechnisch bezig. Van marketing hoeven ze weinig verstand te hebben, want dat kunnen ze overlaten aan het handelshuis. Deze moet zorgen voor gemiddeld redelijke prijzen. Als de teler niets verdient, houdt de handel snel op.
Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
Case IH PUMA 260 CVX AFS CONNECT
Gebruikt, P.O.A.
-
Gandy P45 Forage Granulaatdoseerapparaat
2015, € 950
-
Toro TIMECUTTER MX 4275-T
Nieuw, P.O.A.
-
John Deere Zitmaaier / tuintrekker Maaidekken (HG) #63966
Gebruikt, P.O.A.
Vacatures
Projectmedewerker BoerenNetwerk - Zet je in voor natuurinclusieve landbouw!
Wij.land - Abcoude (De Ronde Venen)
Onderzoeksassistent maisteelt
Wageningen University & Research - Lelystad
Docent veehouderij
Landstede MBO - Raalte
Meewerkend bedrijfsleider (m/v) op een modern en ondernemend melkschapenbedrijf
ATT Agro - Den Burg, Texel
Bestuurslid met voorzitterskwaliteiten
Coöperatie Natuurrijk Limburg - NL
Weer
-
Zaterdag4° / 0°90 %
-
Zondag15° / 6°85 %
-
Maandag13° / 9°90 %