Zeug herstelt beter met zetmeelrijk lactovoer

Daarnaast zorgt een hoog voerniveau na het spenen tot de vijfde week dracht voor een beter conditieherstel tijdens de dracht dan het standaard voerniveau. Verder blijkt dat voersamenstelling tijdens de lactatie en voerniveau tijdens de dracht geen effect hebben op het aantal levend en dood geboren biggen in de volgende worp.

Koolhydraten versus vet

Dit blijkt uit onderzoek van Wageningen UR dat binnen het programma Feed4Foodure is uitgevoerd. In dat onderzoek op Varkens Innovatiecentrum is nagaan wat het effect is van een zetmeelrijk versus een vetrijk lactatievoer tijdens de laatste acht dagen van een zesweekse lactatie waarin de zeugen ook drachtig zijn.

Onderzocht zijn de gewichts- en spekdikteontwikkeling van de zeugen, de technische resultaten van de zuigende biggen en het aantal levend en dood geboren biggen in de volgende worp. Daarna is nagegaan wat het effect is van een hoger voerniveau vanaf het spenen (ca. 9 dagen na inseminatie) tot 34 dagen dracht.

Berig bij verkorte zoogduur

Op dag 27 van de lactatie werd gestart met een verkorte zoogduur (intermittent suckling), waarbij de zeugen een week lang tien uur per dag van de biggen werden gescheiden. Na 5 à 6 dagen werd 77 procent van de zeugen berig en geïnsemineerd.

Na inseminatie werd de verkorte zoogduur gestopt en bleven de zeugen tot spenen bij de biggen. Op dag 34 van de lactatie startte de voerbehandeling en kregen de zeugen tot spenen maximaal 8,1 EW per dag van een zetmeelrijk of vetrijk lactovoer.

Vanaf spenen (circa 9 dagen na inseminatie) tot 5 weken dracht kregen de zeugen 2,8 kilo (standaard voerniveau), of 3,5 kilo (hoog voerniveau) drachtvoer per dag.

Minder gewichtsverlies en beter herstel

Tijdens de laatste acht dagen van de lactatie was het gewichtsverlies kleiner bij zeugen op het zetmeelrijke voer dan op het vetrijke voer (9 versus 13 kilo). Vanaf het spenen tot inzet in de kraamstal namen de zeugen op het hoge voerniveau in het begin meer in gewicht toe dan de zeugen op het standaard voerniveau (67,8 versus 59,0 kilo).

Er was geen effect van voersamenstelling tijdens de lactatie en van voerniveau tijdens de dracht op het aantal levend en dood geboren biggen in de volgende worp. Voor meer informatie over het hele rapport, klik hier.