‘We willen niet ter discussie staan’

Het imago van de pluimveehouderij en het al dan niet voortbestaan van productierechten. Dat zijn met voorrang de onderwerpen die LTO/NOP-leden bezighouden. Dat concludeert vakgroepvoorzitter Eric Hubers als hij het net ophaalt na vier ledenavonden.

%E2%80%98We+willen+niet+ter+discussie+staan%E2%80%99
© Twan Wiermans

Of het nu ging over productierechten, marktgestuurde concepten, eerlijke verdeling in de keten of collectieve belangenbehartiging, tijdens de vier ledenbijeenkomsten kwam in de discussie maatschappelijke acceptatie bij al de genoemde punten naar boven. Voor de toekomstvisie van de pluimveehouderij is dat dan ook veruit het belangrijkste punt.
Maatschappelijke acceptatie is een voorwaarde voor de sector. ‘Je wilt hoe dan ook een pluimveehouderij die niet ter discussie staat en waarvoor draagvlak is. Een sector die geaccepteerd en gewaardeerd wordt’, geeft Eric Hubers aan.

Structuur in promotie

Werken aan draagvlak voor de sector is een zaak en een taak van alle pluimveehouders, vervolgt Hubers. Maar de gang van zaken na het opheffen van de productschappen laat zien dat de bereidheid om daar individueel aan bij te dragen, via bijvoorbeeld ‘Blij met een ei’, niet groot is.
Er zijn nu een 180 pluimveehouders die betalen voor promotie. Hubers geeft aan dat in een gezamenlijk draagvlak voor promotie meer structuur moet komen.
Veel pluimveeleden voelen zich geslachtofferd toen in 2015 de pluimveerechten gehandhaafd bleven zodat Nederland de derogatie kon behouden. Van zijn achterban krijgt Hubers regelmatig het verwijt dat het niet zover had mogen komen. Dat LTO/NOP zich daar krachtiger tegen had moeten verzetten.
Hubers begrijpt de gevoelens van de leden. ‘Maar onze organisatie is meer van het meebewegen. Dat dat ook tot goede uitkomsten kan leiden, blijkt uit de Kip van morgen.’ In 2015 groeide het aandeel traaggroeiende kuikens en het aantal concepten, geeft de vakgroepvoorzitter aan.
Als onderdeel van LTO zit je als sector met de andere sectoren om tafel. Dan is de sector ook rechtstreeks betrokken bij discussies als over fosfaatrechten en dat verdient in Hubers’ ogen de voorkeur boven het aan de zijlijn staan..
‘We zijn het niet altijd eens met een uitkomst, maar we roeren wel degelijk ons mondje en tellen als sector ook wel degelijk mee.’
Het al dan niet handhaven van productierechten was het tweede grote item dat speelde tijdens de ledenavonden. Volgens Hubers is twee derde van de leden voor het handhaven van productierechten en een derde voor het opheffen.
Belangrijkste argumenten om de productierechten te houden zijn het niet laten verdampen van de investeringen in pluimveerechten en het veilig stellen van het pensioen. Daar bovenop komt de vraag wat er voor productierechten in de plaats komt als ze verdwijnen.
Hubers wijst naar de melkveehouderij waar werd uitgekeken naar het quotumloze tijdperk. De melkveehouderijsector zit nu gevangen in onzekerheid en krijgt te maken met andere vormen van regulering.
Het argument waarom productierechten afgeschaft moeten worden, is dat ze kostprijsverhogend werken, geeft Hubers aan.

Niet alleen grote bedrijven

In de discussie bespeurt Hubers de angst dat zonder productierechten alleen de grote bedrijven over blijven. Een ongegronde angst, vindt hij. Bedrijfsontwikkeling gaat altijd door. ‘We hebben al 30 jaar productierechten en kijk wat er in die jaren in onze sector is gebeurd.’
Nederlandse pluimveehouders denken in eenheden en werken productiegedreven. Dat beeld werd tijdens de bijeenkomsten bevestigd. Discussie over hoe de pluimveehouderij produceert en wat dan een eerlijke prijs is, bleef echter liggen. Hubers: ‘Maar dat er in Europa sprake moet zijn van een gelijk speelveld staat buiten kijf.’
LTO/NOP gaat de komende maanden om tafel met de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders, om te kijken hoe er gezamenlijk een visiedocument voor de pluimveehouderij opgesteld kan worden. De insteek is om voor de zomer met die visie te komen.

Document geen wensenlijstje

‘Een visiedocument is geen wensenlijstje. We moeten ons met elkaar buigen over de vraag waar we als sector over 10 jaar staan.’ Tijdens drie van de vier vakgroepavonden was het aan Ruud Zanders van het Pluimhuis om de pluimveehouders een spiegel voor te houden en hij deed dat met verve.
Iedere 50 jaar vindt er een totale ommekeer plaats, schetst Zanders, en alle signalen wijzen erop dat de veehouderij midden in dat proces zit. ‘Het is daarom goed om eens afstand te nemen van de dagelijkse praktijk en proberen in de toekomst te kijken. Om zonder belemmeringen de richting van de sector en/of het individuele pluimveebedrijf bepalen.’
Ter illustratie van ontwikkelingen die er zijn, haalt Zanders het voedselvraagstuk en de eiwitvervangers aan. ‘Hoe ethisch is het dat we goede grondstoffen geven aan onze dieren, wanneer we een wereld moeten voeden? Hoe zorgen we voor faire share? Wat als de ‘vegetarische’ kip kan gaan kiloknallen en goedkoper wordt dan echte kip?’, legt Zanders voor.
Met het visiedocument wil de vakgroep Pluimveehouderij LTO/NOP een stip op de horizon plaatsen. LTO/NOP-secretaris Ernest Bokkers geeft aan dat de uitdaging is om naar aanleiding van de avonden een visie op te stellen waarin staat waar de pluimveesector naar toe wil. Om daar vervolgens de zaken voor de kortere termijn uit te destilleren waar leden aandacht voor vragen en waar LTO/NOP op kan inzetten. ‘Zoals is toegelicht: het visiedocument is geen wensenlijstje, maar een leidraad richting toekomst.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
  • Maandag
    13° / 9°
    90 %
Meer weer