Nog te veel voetzoollaesies vleeskuikens

In het Vleeskuikenbesluit is vastgelegd dat een maximale bezetting van vleeskuikenstallen 42 kilo per vierkante meter alleen is toegestaan als het aantal kuikens met voetzoollaesies onder de norm blijft. De voetzoollaesiesscore (VZL-score) moet lager zijn dan 80 punten (zie kader). Ook moet in ten minste zeven opeenvolgende koppels van een stal de gecumuleerde dagelijkse mortaliteit onder de 1 procent (0,06 procent x de slachtleeftijd in dagen) blijven.
In de proefperiode van 1 oktober 2012 tot 1 januari 2013 is begonnen met monitoring op voetzoollaesies en het nemen van maatregelen. Sinds 1 januari 2013 zijn vleeskuikenhouders met de hoogste bezettingsgraad verplicht om het aantal kuikens met voetzoollaesies onder de norm van 80 punten te houden. Uit cijfers van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) blijkt dat het gros van de vleeskuikenhouders daarin slaagt.
Daarentegen scoorden 650 van de circa 2.000 Nederlandse vleeskuikenstallen in 2013 gemiddeld hoger dan 80 punten. Daarmee voldoet 32,5 procent van de stallen niet aan de eisen van het Vleeskuikenbesluit. In de periode maart tot en met juli 2014 was de gemiddelde VZL-score 64,6 en daarmee 7,4 punten lager dan in dezelfde periode in 2013 (zie tabel).
‘In 2013 zit 14,5 procent van de vleeskuikenhouders boven de 120 punten met 8,6 procent van de bij RVO gemelde stallen. Zij moesten in 2014 de maximale bezettingsgraad omlaag brengen van 42 naar 39 kilo kuiken per vierkante meter. Dat verlaagt het rendement van de stal. Deze maatregel raakt deze pluimveehouders direct in de portemonnee’, zegt Mark Helmerhorst van RVO.
Voor een bedrijf met 90.000 vleeskuikens is de schade 10.930 euro per jaar bij een gelijk technisch resultaat. Dat becijferde Wageningen UR Livestock Research in 2012. ‘Als vleeskuikenhouders het technische resultaat verbeteren, dan kunnen ze de schade beperken. Ze leveren dan 3.369 euro per jaar in bij een lagere bezetting’, stellen onderzoekers Ingrid de Jong en Jan van Harn van Wageningen UR Livestock Research.
De Deense en Zweedse overheid stuurt al jaren met succes op verlaging van het aantal vleeskuikens met voetzoollaesies. In deze landen is de ondergrens voor de VZL-score al verlaagd naar 40, met een bovengrens van 80. ‘Daar is meer transparantie in VZL-scores per voerleverancier en per vleeskuikenbedrijf’, zegt De Jong. ‘Dat stimuleert mengvoerbedrijven om beter te presteren en bij te dragen aan het voorkomen van natte mest.’
Nat en plakkerig strooisel is een belangrijke oorzaak van voetzoollaesies. Om problemen met voetzoollaesies te verminderen, is droog strooisel van groot belang.
Uit de RVO-resultaten in 2013 blijkt dat de hogere VZL-scores over het algemeen gelden voor oudere stallen. Volgens uitvoeringsexpert Kor Dallinga van RVO laat de isolatie van deze stallen vaak te wensen over, waardoor meer condens ontstaat met een groter risico op nat en plakkerig strooisel.
‘Ook zien we dan eerder problemen met de drinkwatervoorziening en ventilatie en komt achterstallig onderhoud vaker voor. Allemaal factoren die de strooiselkwaliteit negatief beïnvloeden’, aldus Dallinga.

Maatregelen

Vleeskuikenhouders kunnen diverse maatregelen nemen om het aantal kuikens met voetzoollaesies te verlagen. Goed strooisel is altijd erg belangrijk. Als strooiselmateriaal hebben turf en lignocellulose de voorkeur boven houtkrullen. Houtkrullen zijn te verkiezen boven gehakseld tarwestro. Het voorkomen van te dunne mest voorkomt ook te nat strooisel. Meer voerfasen helpt in elk geval, net als geleidelijke voerovergangen.
Het toepassen van voeders met een lager eiwitgehalte of het bijvoeren van hele tarwe (verdunning) verbetert de vertering. Vleeskuikenhouders kunnen aan de hand van de mestconsistentie met bijvoorbeeld een mestbox dagelijks controleren of de voervertering goed is. Als de mest te nat blijft, zijn direct voeraanpassingen of andere maatregelen nodig.
Het verwijderen van nat strooisel uit de stal en losmaken van het strooisel met een schoffel stimuleert het krabben van de kuikens. Dat houdt het strooisel ook droger. Het continu aanzuren van drinkwater verbetert eveneens de darmgezondheid. Dat zorgt voor drogere mest en strooisel, waardoor kuikens minder voetzoollaesies krijgen.
Een goede ventilatie en verwarming zijn cruciaal voor een droger stalklimaat en dat draagt direct bij aan verlaging van het aantal voetzoollaesies, net als het beperken van koudeval en tocht en een optimale staltemperatuur.
‘Belangrijk is om in de eerste week de staltemperatuur niet te snel te verlagen, maar heel geleidelijk’, zegt De Jong. ‘Een relatieve luchtvochtigheid van 50 tot 70 procent is optimaal. Als deze boven 70 procent komt, is extra ventilatie en soms ook verwarming noodzakelijk.’
Het voorkomen van lekkage van het drinksysteem en vermorsing van drinkwater houdt strooisel ook droger. Maatregelen zijn het verlagen van de waterdruk, het gebruik van opvangschoteltjes onder drinknippels en het horizontaal hangen van drinklijnen.
Het voorkomen van condensvorming in de stal en op waterleidingen helpt ook. Bij voldoende drinklijnen kunnen vleeskuikenhouders deze beurtelings oplieren, zodat het strooisel de kans krijgt om op te drogen. Een (spray)koelsysteem moet correct werken, want dat voorkomt dat druppels water in het strooisel terechtkomen.
De Wageningse onderzoekers bevelen een intermitterend lichtschema aan boven een dag-en-nachtschema, want dit stimuleert kuikenactiviteit en technische resultaten. Verticaal hangende tl-buizen en een hogere lichtsterkte stimuleren activiteit en verkleinen daarmee de kans op voetzoollaesies. Ook zijn problemen te verminderen met raskeuze. Hubbard Flexkuikens zijn minder gevoelig voor voetzoollaesies dan Ross- of Cobbkuikens.

Bekijk meer over:

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    20 %
  • Maandag
    13° / 9°
    90 %
Meer weer