'Combinatie wind en zon past goed op ons melkveebedrijf'
Melkveebedrijf Klei in Dalfsen wekt zijn eigen elektriciteit op. De ondernemers produceren hun eigen stroom - voor onder meer de automatische melkinstallatie - via een combinatie van windmolens en zonnepanelen. Dat bevalt hen uitstekend. Ze hebben er geen omkijken naar en per saldo zijn ze financieel beter uit.
Als de zon niet schijnt, dan waait het vaak. ‘Natuurlijk gaat dit niet altijd op, maar het staat als een paal boven water dat je met een combinatie van het opwekken van windenergie en zonne-energie een veel regelmatiger elektriciteitsaanbod hebt dan bij alleen zonnepanelen.’ Aan het woord is Engbert Klei. Samen met zijn vrouw en zonen heeft hij een melkveebedrijf in Dalfsen. De ondernemers melken 120 koeien. Dat doen ze met behulp van twee melkrobots.
Sinds oktober 2019 is het melkveebedrijf zelfvoorzienend voor wat betreft elektriciteit. De ondernemers realiseerden dat door het plaatsen van twee windmolens en zonnepanelen op een deel van het dak van de werktuigenberging. Waarom hebben ze dat gedaan?
‘Al een aantal jaren dachten we na over het zelf opwekken van elektriciteit om ons bedrijf duurzamer te maken. Niet alleen omdat we dat zelf belangrijk vinden, maar ook omdat verduurzaming een belangrijk maatschappelijk onderwerp is. Daar willen we op inspelen. Ook onze melkfabriek stuurt hier op aan en beloont het zelf opwekken van energie met extra punten in haar duurzaamheidsprogramma, waardoor we een plusje op de melkprijs ontvangen.’
De minder zware afzekering op het elektriciteitsnet scheelt fors in vastrechtkosten
Productiepatroon
Melkveebedrijf Klei oriënteerde zich al een aantal jaren op windmolens. De ondernemers spraken met verschillende adviseurs en deskundigen en raakten ervan overtuigd dat een combinatie van zonne- en windenergie op hun bedrijf het best zou passen.
‘Het makkelijkst en het voordeligst zou zijn om de hele energieopgave in te vullen met zonnepanelen. Maar de zon schijnt alleen overdag. Op ons bedrijf met melkrobots hebben we 24 uur per dag elektriciteit nodig. Omdat wind en zon op verschillende momenten energie leveren, kun je door het combineren van die twee een vlakker elektriciteitsproductiepatroon realiseren’, vertelt Engbert Klei.
‘Een bijkomend voordeel ten opzichte van alleen zonnepanelen is dat je met een minder zware afzekering op het elektriciteitsnet kunt volstaan. Dat scheelt fors in vastrechtkosten.’
Het elektriciteitsverbruik binnen het bedrijf van Klei is ongeveer 75.000 kWh per jaar. Ongeveer deze hoeveelheid kunnen de ondernemers nu zelf opwekken. De twee windmolens achter de stal zijn samen goed voor zo’n 45.000 tot 50.000 kWh per jaar. En de 100 zonnepanelen leveren 30.000 kWh.
Samen met de buurman
De ondernemers staken hun licht op bij meerdere leveranciers van zonnepanelen en windmolens. Uiteindelijk gingen ze in zee met BestWatt in Barneveld. ‘Dit bedrijf kon voor een goede prijs bieden waar wij naar op zoek waren.’ De overeenkomst kon voor een iets scherpere prijs gesloten worden doordat ook de buurman geïnteresseerd was. ‘In een deal hebben we samen met de buurman afspraken met BestWatt kunnen maken. Het bedrijf kon daardoor zowel bij ons als de buurman zonnepanelen en twee windmolens plaatsen’, aldus melkveehouder Klei.
‘Het stroomverbruik van de ondernemer is het vertrekpunt voor ons voorstel’, zegt Jan Beens van BestWatt. ‘Het verbruik ziet er voor bijvoorbeeld een akkerbouwer heel anders uit dan bij Klei, die door de melkrobots een vrij contant stroomverbruik heeft.’
Vergunningentraject
BestWatt nam ook het vergunningentraject voor zijn rekening. Dit was nog even lastig omdat bleek dat het om de eerste kleine windmolens in gemeente Dalfsen zou gaan. En daarvoor was in het bestemmingsplan nog niets geregeld. Desalniettemin werkte de gemeente vlot mee.
De leverancier adviseerde over de beste plek voor de molens met een ashoogte van 15 meter. ‘Dat gebeurde aan de hand van windmodellen en de situatie ter plekke. Richting het zuidwesten hebben de molens een open ruimte nodig. De molens staan achter de stal. Het is een andere plek dan waar we zelf eerst aan dachten. Maar we zijn er blij mee. De molens staan niet in de buurt van onze woning en daardoor hebben we geen last van slagschaduw of geluid.’
Sinds de windmolens op het erf staan, hebben de ondernemers er nog geen omkijken naar gehad. Onderhoud voor de eerste tien jaar maakt deel uit van de gesloten overeenkomst. Niet dat er vaak gesleuteld wordt aan de molens. BestWatt kan de molen op afstand volgen, en ook storingen zijn vaak vanuit Barneveld te verhelpen.
Rendement
Het uitgangspunt van melkveehouder Klei is om de windmolens en zonnepanelen binnen tien jaar terugverdiend te hebben. SDE-subsidie voor de windmolens en de energieinvesteringsaftrek EIA bij de zonnepanelen maken deel uit van het verdienmodel. En dat geldt ook voor een subsidie via de regeling Jonge landbouwers die Engberts’ zoon kon aanvragen.
‘Zoals het nu lijkt, komen de berekeningen uit en levert onze investering van tienduizenden euro’s een redelijk rendement op. We verwachten dat de molens een jaar of 25 meegaan, zodat we na de afschrijvingsperiode van 15 jaar er echt geld aan gaan overhouden’, zegt Klei.
‘Voor de korte termijn zou het financieel gezien interessanter zijn geweest om het hele dak vol te leggen met zonnepanelen. Dat voordeel verdwijnt echter als de overheid de salderingsregeling voor zonnepanelen vanaf 2023 afbouwt’, aldus de melkveehouder. Beens van BestWatt voegt toe: ‘Als salderen eraf gaat, kan het voor ondernemers die zelf elektriciteit opwekken, interessant worden om stroom tijdelijk op te slaan. BestWatt biedt al opslag en ziet volop kansen voor doorontwikkelingen hierin.’
Veel navolging
De keuze van Klei en hun buurman voor kleine windmolens heeft binnen gemeente Dalfsen en omgeving veel navolging gekregen. Het afgelopen jaar verkocht BestWatt in de regio ruim twintig windmolens. Engbert Klei: ‘De combinatie van wind en zon past heel goed, en draagt bij aan een duurzamer bedrijf. En bovendien is het bedrijfseconomisch interessant.’
Beleid verschilt per gemeente
Het plaatsen van een kleine windmolen heeft doorgaans minder voeten in de aarde dan een groot exemplaar. Er is geen harde grens tussen wat je een kleine of een grote molen noemt. Grote windmolens kunnen tot wel 120 meter hoog zijn. De ashoogte van kleine windmolens bedraagt 15, 20, 25 of 30 meter. Agrarische bedrijven lijken in toenemende mate geïnteresseerd in plaatsing van kleine windmolens. Of ze ook daadwerkelijk tot plaatsing overgaan, hangt onder meer af van het ruimtelijke ordeningsbeleid op dit gebied. De afgelopen jaren hebben de meeste provincies het bouwen van kleine windmolens mogelijk gemaakt. Maar nog niet overal hebben gemeentes het provinciale beleid in bestemmingsplannen verankerd. Hierdoor gebeurt het nog regelmatig dat boeren met windmolenplannen eerst met hun gemeente in de slag moeten om dit voor elkaar te krijgen. En daar is vaak veel tijd mee gemoeid. Per gemeente verschillen de mogelijkheden. In veel gemeenten is het toegestaan om molens tot maximaal 15 meter hoog te bouwen. Maar er zijn ook gemeentes waar je maar 6 meter de lucht in mag. En in andere gemeentes mag je juist een stuk hoger. Zo mogen boeren in Staphorst (Overijssel) molens tot 25 meter hoog plaatsen.
Dit artikel is gecreërd door onze kennispartner BestWatt
BestWatt
BestWatt denkt in energieoplossingen. Met een combinatie van zonne-energie, windenergie en opslag zorgen we ervoor dat uw bedrijf energieneutraal wordt. 100%...
Lees verder »