PPO: verkoop vlees eigen dieren rendabel

Vijn ontwikkelde een rekentool voor vleesveehouders om hun kosten en opbrengsten op jaarbasis te berekenen, aan de hand van cijfers van boeren die op hun bedrijf vlees van eigen dieren verkopen. ‘De verkoop van vlees aan huis blijft in Nederland sterk achter ten opzichte van de verkoop van groente en fruit bij agrarische bedrijven.’
De achterblijvende verkoop ligt niet aan de vraag naar vlees direct bij de boer vandaan. Deze stijgt nog steeds, stelt de onderzoeker stad-landrelaties. ‘Vooral ten tijde van voedselschandalen zijn burgers op zoek naar de herkomst van hun voedsel.’
Een van de redenen is dat boeren de regelgeving als valkuil zien om met vleesverkoop te beginnen, blijkt uit het onderzoek ‘De verkoop van vlees van eigen dieren’. Daarbij komt ook dat zij vierkante verwaarding ingewikkeld vinden.
‘Het hele beest verkopen vraagt inventiviteit van de ondernemer’, geeft Vijn aan. ‘Afzet van vlees via de boerderijwinkel en horeca is een heel goede combinatie. Waar de consument gaat voor een pond gehakt, zijn de luxe delen als ossenhaas te slijten aan restaurants.’
Volgens Vijn zijn er veel geruchten over het grootste struikelblok, de wet- en regelgeving, maar vallen de regels erg mee.
‘Voor de verkoop van diepvries vlees en bij de slager gesneden vers vlees gelden geen extra regels. De grens ligt bij het snijden van het vlees. Snijdt de ondernemer in vers vlees, dan is hij slager. Hiervoor is een vestigingsvergunning vereist. Wanneer de boer alleen verpakt, droogt of invriest, dan gelden deze regels niet.’

Toename

Hoewel nog mondjesmaat vlees van eigen dieren in een boerderijwinkel wordt verkocht, verwacht Vijn dat dat in de toekomst toeneemt. ‘De consument op zoek is naar ontzettend betrouwbaar vlees. Steeds meer boeren springen hierop in.’
Ook ziet de onderzoeker mogelijkheden voor het vestigen van een slager op boerenerven. ‘Hoewel dit nu nog twee of drie stappen te ver is, kan dit het model voor de toekomst worden. Veel slagers verdwijnen. Wanneer een ondernemer kan en wil investeren in zaken als een koelruimte, is daar een win-winsituatie.’
Want met de verkoop van vlees vallen aardige marges te halen, besluit Vijn tenslotte. ‘Ik wil geen halleluja-verhaal wegzetten, want ook het opbouwen van een goede klantenkring, het in de vingers hebben van de veeopfok en goede contacten met een zelfslachtende slager vergen veel. Maar als een vleesveehouder dat allemaal voor elkaar heeft, heeft hij een groot deel van de keten in eigen hand. Daar houdt hij geld aan over.’