Met 'ga van mijn erf af' komen we er niet

Deze week was ik getuige van een discussie tussen twee boerinnen. De strekking was helder. Prima dat de coöperatie kwaliteit borgt, maar onaangekondigd leden confronteren met controles en vervelende vragen is een brug te ver. De coöperatie is er voor ons en nu lijkt het omgekeerde het geval.

Een dergelijk standpunt is volgens mij niet houdbaar. Hoewel het sentiment ten aanzien van onaangekondigde erfbetreders begrijpelijk is, hebben boeren er belang bij dat hun afzetorganisaties strikt toezien op naleving van afspraken. Niet alleen wanneer het de ondernemer uitkomt, maar continu.

In zuivel is dit thema buitengewoon actueel. Neem de export van babymelk naar China, de handel van zuivel naar Rusland, maar ook de verkoop van melkproducten in Nederland. Er hoeft maar een foto op Twitter te worden geplaatst van een tanklokaal waar op en om de melktank stront op de tegels zit, en de rapen zijn gaar. Voor de beeldvorming is dit dodelijk.

Het werkt ook omgekeerd. Dankzij strikte borging van kwaliteit krijgt bijvoorbeeld Friso toegang tot de Chinese markt en staan zuivelbedrijven die hun zaken minder voor elkaar hebben buitenspel.

De eisen die controlerende instanties, exportnaties maar bovenal de consument stelt, worden steeds scherper. Daarin past een cultuur van transparantie, kwaliteitsbesef en hygiëne. Dat is niet om boeren te pesten, maar om ze bij de les te houden.

Met de houding ‘ga van mijn erf af’ komen we er als exportnatie, maar ook als voedselproducenten voor Nederlandse consumenten niet.

Patrick Bramer, hoofdredacteur Nieuwe Oogst