5 vragen over stijging btw-tarief op agrarische producten

Bij welke producten gaat het tarief omhoog?

De btw-verhoging wordt op veel verschillende soorten agrarische producten doorgevoerd. De belangrijkste voor akkerbouwers zijn pootgoed en land- en tuinbouwzaden. Stro, vlas, rondhout en wol vallen vanaf 1 januari ook onder het hoge tarief, evenals granen en peulvruchten die niet geschikt zijn voor menselijke consumptie.

Veehouders zullen de btw-verhoging onder andere terugzien bij de kosten voor bijvoorbeeld pluimvee, embryo's en slachtafval. Het hogere tarief geldt ook voor veevoeders en beetwortelen.

Naast de genoemde producten heeft de verhoging vanaf 2025 ook betrekking op bepaalde diensten, meldt adviseur en accountant Flynth. Dit kan gaan om de vergoeding voor de verzorging en het opfokken van dieren, het opkweken van planten en licentievergoedingen op agrarische producten.

Wat zijn de gevolgen voor boeren?

Op binnenkomende facturen zal vanaf 1 januari in veel gevallen 21 procent btw bovenop de prijs worden gerekend. Dit is wel aftrekbaar. Indien de ondernemers zelf facturen sturen voor bovenstaande producten, zullen ze ook het btw-bedrag in rekening moeten brengen en moeten afdragen over de producten of diensten die ze verkopen.

Dit vergt dus een aanpassing in de administratie. Maar het heeft geen gevolgen voor de netto-omzet van de onderneming.

Wat is het grootste verschil tussen sectoren?

Voor melkveehouders geldt dat de verhoging niet van toepassing is op melk. Hier blijven de opbrengsten dus gelijk, terwijl de kosten voor stro, sperma, embryo's en veevoer wel omhooggaan. Dit geld komt na de btw-aangifte aan het einde van het kwartaal weer terug, maar kan druk zetten op de liquiditeit van de onderneming. Voor akkerbouwers die pootgoed telen komt er meer druk te staan op de liquiditeit.

Wat kunnen boeren nog doen voor 2025?

Ze moeten er rekening mee houden dat facturen die voor de jaarwisseling worden uitgereikt nog onder het tarief van 9 procent vallen. Als de factuurdatum in 2025 ligt, wordt dat 21 procent. Bij levering aan particulieren is het levermoment bepalend voor het tarief. Als ze geen btw in aftrek kunnen brengen op producten, is het raadzaam deze nog zoveel mogelijk in 2024 aan te schaffen.

Moet de boekhouding worden aangepast?

Dat is afhankelijk van de bedrijfsvoering. Als ondernemers veel leveren aan particulieren of hoge periodieke inkomsten en/of uitgaven hebben, kan het voordeliger zijn om maandelijks btw-aangifte te doen. Hun boekhouder kan hen hierin adviseren.