Weidevogelstand in de Beerse Overlaat afgelopen jaren gestegen

De publieksdag ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van ANV D'n Beerse Overlaet werd gehouden bij de familie Baijens in het Brabantse Lithoijen. Daar is een perceel van zo'n 30 hectare plasdras, waar veel weidevogels een plek zoeken om hun nest te bouwen.

'Het was een prachtige dag', blikt voorzitter Jan van de Biezen van BoerenNatuur Brabant-Oost terug. 'Bij het opbouwen en afbreken viel wat regen, maar op de open dag was het droog. Daarbij was het mooi om te zien hoe mensen genoten van de uitleg van vrijwilligers van de ANV.'

Deze vereniging stimuleert en faciliteert agrarisch natuurbeheer in de polder van de Beerse Overlaat. En met succes; de weidevogelstand in dit gebied is de afgelopen jaren gestegen, in tegenstelling tot de landelijke tendens.

In de Beerse Overlaat is bijvoorbeeld zo'n 100 hectare plasdras aangelegd, met kruidenrijke percelen. Dit verbetert de leefomstandigheden voor weidevogels, omdat zij hier insecten kunnen vinden. Mede hierdoor zijn onder andere de zeldzame kemphaan en steltkluut soms weer te zien in het gebied, net zoals een grote zwerm kieviten.

Van de Biezen geeft aan dat de samenwerking tussen agrarische belangenbehartigers en natuurgroeperingen flink is verbeterd. 'In het verleden was er veel koudwatervrees en stonden natuur en landbouw veel meer op gespannen voet met elkaar. Tegenwoordig zijn de verstandhoudingen beter en werken wij veel samen met partijen als Brabants Landschap.'

Beheerovereenkomsten weidevogels

De voorzitter van BoerenNatuur Brabant-Oost wijst ook op de mogelijkheden voor boeren en tuinders om beheerovereenkomsten af te sluiten voor het verbeteren van de weidevogelstand. 'Sinds 2016 zijn ANV's verantwoordelijk voor het beheer van deze natuurgebieden en mogen zij hiervoor overeenkomsten sturen en gebiedsplannen maken.'

In het begin lag het accent op nestbescherming, wat door vrijwilligersgroepen volgens Van de Biezen enthousiast werd uitgevoerd. 'Tegenwoordig ligt het accent meer op het vergroten van de biodiversiteit. Hiervoor worden overeenkomsten afgesloten met boeren.' Dit kunnen overeenkomsten zijn met weinig gevolgen voor de bedrijfsvoering, maar in sommige gevallen worden percelen vrijwel helemaal uit de agrarische productie gehaald.

'Wij pleiten ervoor de vergoedingen te verhogen. Nu worden deze nog gezien als een schadevergoeding. Maar naarmate percelen meer worden ingezet voor natuurbeheer, moeten boeren zodanig worden gecompenseerd dat zij ervan kunnen leven', besluit Van de Biezen.